5.7 Inbreuk op het octrooirecht
exclusieve recht
Als octrooihouder kunt u anderen op basis van uw exclusieve recht verbieden in of voor zijn onderneming gebruik te maken van de uitvinding (artikel 70 jo. 53 lid 1 ROW). Als een derde dit toch doet, is er sprake van directe inbreuk.
Indirect
Als derden bedrijfsmatig wezenlijke bestanddelen van de uitvinding aanbieden of leveren zonder uw toestemming, spreekt artikel 73 ROW van een indirecte inbreuk. Hierbij moet de rechter in beginsel strikt kijken naar wat er in de octrooiconclusie staat omschreven en niet naar wat u als uitvinder allemaal heeft willen beschermen. De Hoge Raad heeft echter beslist dat toch ook gekeken moet worden naar ‘het wezen van de uitvinding’, oftewel naar wat een gemiddelde vakman uit het octrooi kan begrijpen.
5.7.1 Handhaving
verbod
Voor de handhaving van uw octrooi moet u zich wenden tot de rechtbank in Den Haag, die in Nederland exclusief bevoegd is op dit gebied. Op basis van artikel 70 ROW kunt u onder meer mogelijk het volgende eisen:
- een verbod (op straffe van dwangsommen);
- een schadevergoeding;
- winstafdracht;
- inbreukmakende goederen aan het verkeer onttrekken en vernietigen;
- informatie over de distributiekanalen.
U moet wel het resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek kunnen overleggen als u uw rechtsvorderingen indient (artikel 70 lid 2 ROW).
Unitaire octrooien (en naar keuze) Europese octrooien worden door het in 2023 opgerichte Unified Patent Court (UPC) behandeld.
5.7.2 Misdrijf
strafrecht
Octrooi-inbreuk is op grond van artikel 79 ROW ook te beschouwen als een misdrijf, waardoor ook de strafrechtelijke handhaving openstaat. Dit is echter minder effectief en lucratief dan de civielrechtelijke weg. Daarnaast is inbreuk ook onrechtmatig, oftewel een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW. U kunt ook op deze voet staking, een verbod en schadevergoeding vorderen.