U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Intellectueel eigendom3. Wat zijn uw rechten als maker?3.6 Software

3.6 Software

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: augustus 2024

broncode

In hoofdstuk 2 kon u al lezen dat ook software (computerprogramma’s), als deze voldoende origineel is, kan worden beschermd door het auteursrecht. Zowel de broncode (de opbouw van het programma) als de objectcode (het programma dat kan worden uitgevoerd) van software kan worden beschermd. Dit geldt echter niet voor de functionaliteit, programmeertaal en bestandsindeling die de software heeft.

Exclusieve rechten

maker

eindgebruiker

back-up

Het begrip ‘computerprogramma’ wordt niet gedefinieerd door de Auteurswet. De regels bevestigen dat de maker van software ook exclusieve rechten heeft op de exploitatie (verveelvoudiging en openbaarmaking) en tegen voorwaarden (de prijs) een gebruikslicentie kan verstrekken aan de eindgebruiker. Artikel 45j Aw geeft de eindgebruiker ook nog een wettelijk recht op verveelvoudiging dat noodzakelijk is voor het beoogd gebruik, ongeacht wat de gebruikslicentie bepaalt. Artikel 45k Aw biedt op soortgelijke wijze het recht om een kopie als back-up te maken. Artikel 45n Aw sluit tot slot de belangrijke thuiskopie-uitzonderingen uit.

Uitputting

tweedehands software

In paragraaf 3.1.2 hebben wij uiteengezet dat er géén sprake kan zijn van uitputting van de rechten van de maker bij een exemplaar van het werk. Het HvJ-EU heeft in 2012 echter in zijn UsedSoft-arrest bepaald dat gebruikers van tweedehands software een wettelijke licentie tot het gebruik hebben, zelfs als er geen sprake is van een exemplaar maar van een (niet-materiële) download. De oorspronkelijke kopie van de verkoper moet dan wel onbruikbaar gemaakt worden.

doorverkoop

Als het gaat om software kan uitputting dus ook plaatsvinden en daarom kan de rechthebbende van software doorverkoop niet verbieden. Dit geldt voor software waarop oorspronkelijk het eeuwigdurende gebruiksrecht werd gegeven, dus niet Software as a Service (SaaS) waarvoor periodiek een gebruiksvergoeding wordt betaald.

Open source

kettingbeding

Niet alle software wordt ‘closed source’ ontwikkeld door monopolisten als Microsoft of Apple, maar ook ‘open source’ (zoals bij Linux of Android). Bij open source wordt zowel de objectcode als de broncode van de software openbaar gemaakt, zodat gebruikers kunnen bijdragen aan de ontwikkeling en verbetering van het programma. Open source software wordt onder een open source-licentie vrijgegeven, vrijwel altijd onder de voorwaarde dat verdere verspreiding van de software altijd onder de werking van de bijbehorende licentie moet gebeuren. Dit lijkt op een kettingbeding, maar het wordt daarbij ook nog geborgd door het auteursrecht.

Gebruikslicentie

auteursrecht-inbreuk

Als een gebruiker zich niet houdt aan de licentie, vervalt zijn licentie en pleegt hij automatisch een auteursrechtinbreuk. Zo komt aan de licentieverstrekker toch nog controle toe. Ook nieuwe bijdragen of veranderingen aan de open source-software vallen weer onder de open source-licentie. Een bekend voorbeeld van zo’n licentie is de GNU General Public Licence (GPL). Uiteindelijk worden transparantie en doorontwikkeling van de software nagestreefd. In de praktijk vindt dat plaats op internet, waar gebruikers zich verzamelen en samenwerken via diverse forums.

Octrooirecht

patent

Behalve door het auteursrecht kan software ook beschermd worden door het octrooirecht. Het octrooirecht beschermt geen originele werken van rechtswege, maar uitvindingen die nieuw, inventief en toepasbaar in de nijverheid zijn op basis van een registratiesysteem. Soms wordt het internationale woord patent gebruikt in plaats van het Nederlandse woord octrooi, maar de begrippen betekenen hetzelfde.

Rijks-
octrooiwet

Het voert te ver om de werking van het octrooirecht uiteen te zetten. Het is in elk geval belangrijk om te weten dat zowel de Rijksoctrooiwet 1995 als het Europees Octrooiverdrag (EOV) bescherming van computerprogramma’s als zodanig uitsluiten. Een slimme octrooiaanvraag voor software als onderdeel van een uitvinding kan echter toch nog geoctrooieerd worden.

Een octrooi geeft in ruil voor openbaarmaking van de uitvinding een monopolie aan de uitvinder van 20 jaar vanaf het moment van indiening (zie ook hoofdstuk 5).