U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscale eenheid4. Aandachtspunten fiscale eenheid VPB4.1 Aangifte en aanslag vennootschapsbelasting

4.1 Aangifte en aanslag vennootschapsbelasting

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2025

De moedermaatschappij is de aangewezen partij om de VPB-aangifte voor de fiscale eenheid in te dienen. Je dient deze aangifte digitaal in via de beveiligde site van de Belastingdienst, met eigen aangiftesoftware of via je belastingadviseur.

Standard Business Reporting

financiële
rapportage

PKIoverheid

Als jij of je belastingadviseur de aangifte doet met een eigen aangifte- of administratiesoftware, dan moet je dit doen met Standard Business Reporting (SBR). SBR is de verplichte standaard voor de digitale financiële rapportage aan overheden en banken. Met SBR worden bedrijfsadministratieve gegevens op een standaardmanier vastgelegd, zodat deze herbruikbaar zijn voor verschillende soorten rapportages voor bijvoorbeeld de Belastingdienst, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) of de Kamer van Koophandel en banken. Voor wat betreft de overheden kunt je deze gegevens met een zogenoemd PKIoverheid-certificaat veilig versturen via Digipoort, het digitale kanaal van de overheid.

Stukken

winst-en-
verliesrekening

boete

Bij de VPB-aangifte stuur je naast de geconsolideerde fiscale en commerciële balans en winst-en-verliesrekening ook de commerciële balans en de winst-en-verliesrekening van de dochter(s) mee. Verzuim je deze stukken mee te sturen, dan maak je je schuldig aan het indienen van een onjuiste aangifte, waarvoor de fiscus je een boete kan opleggen.

Aanslag en betaling

hoofdelijk 
aansprakelijk

De aanslag voor de fiscale eenheid wordt op naam van de moedermaatschappij gesteld. Zij is als belastingschuldige dan ook aansprakelijk voor de correcte en tijdige betaling van de aanslag. Wél kent elke dochtermaatschappij hoofdelijke aansprakelijkheid voor de gehele belastingschuld. Dit betekent dat iedere gevoegde vennootschap door de fiscus kan worden aangesproken voor de gehele belastingschuld van de fiscale eenheid. De hoofdelijke aansprakelijkheid blijft bestaan totdat de aanslag volledig is betaald. Dit geldt ook voor vennootschappen die inmiddels niet meer tot de fiscale eenheid behoren, maar hiervan nog wel deel uitmaakten in het tijdvak waarop de aanslag betrekking heeft.