15. Oproepkracht

Tegenwoordig bevat het Burgerlijk Wetboek (BW) een definitie van een oproepovereenkomst. Hieruit valt op te maken dat er sprake is van een oproepkracht als zijn aantal arbeidsuren niet is vastgelegd per hooguit een maand of per hooguit een periode van een jaar (waarbij zijn loon gelijkmatig over die periode is verspreid), of als hij geen loon ontvangt als hij niet werkt. Let op als uw organisatie met zulke krachten werkt!

verschillende soorten

Er bestaan verschillende soorten oproepovereenkomsten:

• voorovereenkomst (zie paragraaf 15.1);
• overeenkomst met uitgestelde prestatieplicht (zie paragraaf 15.2).

hoge premie

Let op dat het werken met oproepkrachten inhoudt dat uw onderneming de hoge Awf-premie voor hen is verschuldigd!

Verplichtingen

houdt recht op loon

U moet een oproepkracht minstens vier kalenderdagen vóór de opdracht oproepen, anders hoeft hij deze niet te accepteren. En als u een oproep minder dan vier kalenderdagen voor de opdracht (deels) afzegt, houdt de oproepkracht recht op het loon over de oorspronkelijke oproep. Bij collectieve arbeidsovereenkomst (cao) kan de termijn van vier dagen worden ingekort, maar tot minstens één dag. Verder moet u een oproepkracht altijd voor minstens drie uur oproepen. Of hem in elk geval minstens drie uur uitbetalen.

aanbod doen

bij cao afwijkende regels

Uw onderneming is (elke keer) na een jaar werken op oproepbasis verplicht om de oproepkracht binnen een maand een – tijdelijk of vast – aanbod voor een vaste arbeidsomvang per week, maand of jaar te doen. Die arbeidsomvang is het in de 12 voorafgaande maanden gemiddeld aantal gewerkte uren. Gebeurt dat niet (op tijd), dan heeft de oproepkracht daarna recht op loon op basis van de gemiddelde arbeidsomvang. Bij cao kunnen onder voorwaarden voor bepaalde functies afwijkende regels worden vastgelegd. De oproepkracht is overigens niet verplicht om uw aanbod te accepteren, maar kan er ook voor kiezen om op oproepbasis verder te werken.