4. Aanspraken en uitkeringen
Een aanspraak is het recht om na verloop van tijd of onder voorwaarden één of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen. Meestal moet je een aanspraak tot het loon voor de loonheffingen rekenen en de latere uitkering of verstrekking op grond van die aanspraak niet. Maar dat kán anders zijn! Ook rond uitkeringen bij bijzondere gelegenheden die niet op een aanspraak zijn gebaseerd, heb je met speciale regels te maken.
naast loon in natura
Aanspraken zijn de andere vorm van loon niet in geld, naast het loon in natura dat in het vorige hoofdstuk is behandeld.
Het maakt voor de fiscale behandeling van een aanspraak niet uit of de werknemer voor de latere inlossing daarvan je onderneming als werkgever al dan niet nodig heeft.
Maandloon
fiscale loon
tel bedragen op
keuzebudget
Voor de in dit hoofdstuk behandelde vrijstellingen speelt vaak het loon over een maand een rol. Om tot dat maandloon te komen, ga je uit van het fiscale loon over een maand (kolom 14 van de loonstaat: Loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen). Hierbij laat je niet-vaste en niet-gegarandeerde bijzondere beloningen – zoals tantièmes – buiten beschouwing, net als belaste aanspraken. Bij het fiscale maandloon tel je de volgende bedragen op:
- de werknemersbijdrage voor aanspraken die overeenkomen met aanspraken op WAO/WIA-, WAZO-, WW- en ZW-uitkeringen;
- de werknemersbijdrage voor aanspraken op uitkeringen bij invaliditeit of overlijden door een ongeval;
- het werknemersdeel van de pensioenpremie;
- de bedragen die in plaats van de hiervoor genoemde premies en bijdragen worden ingehouden;
- 1/12 van de vakantiebijslag;
- 1/12 van het jaarbedrag aan vaste gegarandeerde beloningen, zoals een 13e maand;
- 1/12 van het jaarbedrag aan keuzebudget waarop de werknemer recht heeft volgens een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover dat niet naar je organisatie terugvloeit als de werknemer het niet benut.