4.3 Uitkeringen wegens aanspraak
fiscale behandeling
Hoe je uitkeringen (en verstrekkingen) aan werknemers op grond van een aanspraak voor de loonheffingen moet verwerken, hangt meestal af van de fiscale behandeling van de aanspraak die (zie paragraaf 4.1 en 4.2). Over het algemeen geldt dat bij een belaste aanspraak de latere uitkering (of verstrekking) is vrijgesteld, en omgekeerd. Belaste uitkeringen (of verstrekkingen) op grond van een aanspraak mag je als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte aanwijzen (als dat niet ongebruikelijk is).
daarnaast
Als de uitkeringen (of verstrekkingen) loon uit vroegere dienstbetrekking zijn, mag je ze alléén in de vrije ruimte onderbrengen als je organisatie de werknemer daarnaast ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking betaalt.
Omdat het te ver voert om alle mogelijke uitkeringen (en verstrekkingen) op grond van een aanspraak te behandelen, komen hierna alleen de meest voorkomende aan bod.
Ongeval
ook periodieke uitkeringen
Raakt een werknemer invalide als gevolg van een ongeval, dan is een eenmalige uitkering (of verstrekking) daarvoor belast loon tenzij je dit als een vrijgestelde diensttijduitkering (of diensttijdverstrekking) voor de werknemer kunt aanmerken (zie ook paragraaf 4.4). Ook als het geen eenmalige uitkering betreft maar om periodieke uitkeringen gaat voor invaliditeit wegens een ongeval, zijn deze uitkeringen loon voor de loonheffingen.
boven de vrijstelling
maximaal drie maandlonen
Komt een werknemer te overlijden als gevolg van een ongeval, dan is een eenmalige uitkering (of verstrekking) voor maximaal drie maandlonen vrijgesteld. Komt de uitkering boven de vrijstelling van drie maandlonen uit, dan moet je het bovenmatige deel tot het loon van de werknemer rekenen en belasten volgens de tabel voor bijzondere beloningen. Desgewenst mag je het bovenmatige deel als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte brengen, maar zoals gezegd alléén als je de werknemer daarnaast ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking betaalt.
De vrijstelling geldt sowieso als de werknemer zelf komt te overlijden. Maar de vrijstelling geldt ook bij het overlijden van zijn fiscale partner in het (voorafgaande) kalenderjaar en bij het overlijden van zijn eigen of pleegkinderen.
Verstrekt je organisatie bij een overlijden wegens een ongeval geen eenmalige uitkering maar periodieke uitkeringen, dan moet je die als loon voor de loonheffingen verwerken.
bijbehorende aanspraak
Is de oorzaak van het overlijden een andere dan een ongeval, dan is een eenmalige uitkering (of verstrekking) voor maximaal drie maandlonen vrijgesteld. Dat geldt zowel in de situatie dat de bijbehorende aanspraak was vrijgesteld als dat de werknemer geen aanspraak op de uitkering had. Is de uitkering meer dan drie maandlonen, dan moet je het bovenmatige deel als loon voor de werknemer verwerken – en belasten volgens de tabel voor bijzondere beloningen – of in de vrije ruimte onderbrengen. Dat laatste is alléén toegestaan als je de werknemer ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking betaalt.
Was de bijbehorende aanspraak op de uitkering (of verstrekking) bij overlijden anders dan door een ongeval belast, dan is de gehele eenmalige uitkering (of verstrekking) vrijgesteld, en dus niet slechts voor maximaal drie maandlonen.
Uitdiensttreding
loon voor de loonheffingen
De eenmalige uitkering (of verstrekking) bij uitdiensttreding op grond van een vrijgestelde aanspraak is loon voor de loonheffingen, tenzij je deze als een vrijgestelde diensttijduitkering (of diensttijdverstrekking) voor de werknemer kunt aanmerken (zie ook paragraaf 4.4).
Krijgen werknemers bij uitdiensttreding een excessieve vertrekvergoeding dan is je organisatie daar 75% eindheffing over verschuldigd, naast de reguliere loonheffingen.
Aangezien de uitkering bij uitdiensttreding als loon uit vroegere dienstbetrekking geldt, mag je deze desgewenst alléén in de vrije ruimte onderbrengen als je onderneming de werknemer daarnaast ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking betaalt.
De werknemer kan bij ontslag in plaats van een eenmalige uitkering ook periodieke uitkeringen ontvangen. Ook al is de eventuele aanspraak hierop belast, de periodieke uitkeringen zijn dat ook.
Zijn uitkeringen bij uitdiensttreding feitelijk aan te merken als een regeling voor vervroegd uittreden (RVU) dan is je onderneming er 52% eindheffing over verschuldigd, naast de reguliere loonheffingen.
Ziektekostenregelingen
die niet onder ZVW vallen
Eenmalige uitkeringen (en verstrekkingen) op basis van belaste aanspraken op grond van ziektekostenregelingen die niet onder de Zorgverzekeringswet (ZVW) vallen, zijn vrijgesteld. Voor periodieke uitkeringen (en verstrekkingen) geldt deze vrijstelling niet.
zorgverzekeringspremies
Vergoedingen van de kosten van (of verstrekkingen voor) bevalling, invaliditeit en ziekte die niet voortvloeien uit een aanspraak, zijn belast loon. Dit geldt ook voor (aanvullende) vergoedingen van zorgverzekeringspremies. Deze belaste vergoedingen zijn desgewenst als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte te brengen.
Extern
bijvoorbeeld van UWV
regelingen
Je kunt voor werknemers ook met externe uitkeringen te maken krijgen – bijvoorbeeld van UWV – die naast of in plaats van hun loon komen. Uitkeringen die de werknemer ontvangt op grond van de WAO/WIA, WAZO, WW, ZW en overeenkomstige aanspraken zijn belast loon, aangezien de bijbehorende aanspraak is vrijgesteld. Zulke uitkeringen vormen loon uit vroegere dienstbetrekking en zijn dus niet ten laste van de vrije ruimte te brengen, tenzij je onderneming de werknemer daarnaast ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking betaalt. Bij uitkeringen op grond van ‘overeenkomstige aanspraken’ kun je denken aan regelingen voor het toekennen van ziekengeld over wachtdagen of wachtgeld na ontslag.
Wijze van betaling maakt het verschil
berekening en afdracht
Bij externe uitkeringen van bijvoorbeeld UWV kun je met twee betaalvormen te maken krijgen:
- een werkgeversbetaling: je onderneming ontvangt van UWV de bruto-uitkering voor de werknemer inclusief (vergoeding voor) het hierover verschuldigde werkgeversdeel van de loonheffingen. Je betaalt de uitkering vervolgens uit aan de werknemer onder berekening en afdracht van alle loonheffingen;
- een instantiebetaling: je onderneming ontvangt van UWV de bruto-uitkering voor de werknemer inclusief (vergoeding voor) de hierover verschuldigde werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW). UWV neemt direct de verschuldigde premies werknemersverzekeringen over de uitkering voor de werknemer op zich vóór betaling ervan aan je onderneming. Je betaalt de uitkering vervolgens uit aan de werknemer onder berekening en afdracht van werkgeversheffing ZVW en loonbelasting/premie volksverzekeringen, maar dus geen premies werknemersverzekeringen.