4.4 Bijzondere uitkeringen
onder voorwaarden
Buiten de uitkeringen (en verstrekkingen) uit de vorige paragraaf die al dan niet op basis van aanspraken kunnen plaatsvinden, kunnen andere uitkeringen (en verstrekkingen) aan werknemers in bepaalde situaties onder voorwaarden ook zijn vrijgesteld.
Diensttijd
eenmalig
Als werknemers een bepaalde diensttijd bij je onderneming hebben bereikt, kun je hun hiervoor een eenmalige uitkering (of verstrekking) geven.
Voor zowel het bereiken van een diensttijd van 25 jaar als van 40 jaar is een uitkering (of verstrekking) aan werknemers vrijgesteld voor maximaal het loon over een maand.
minstens behaald
Je hoeft de uitkering (of verstrekking) niet per se direct na het bereiken van de betreffende diensttijd te geven. De vrijstelling geldt ook als je dat pas later doet, zolang altijd maar minstens de betreffende diensttijd is behaald. Bij een diensttijd van 40 jaar mag je onderneming dus een uitkering (of verstrekking) van twee maandlonen onbelast laten als de werknemer voor zijn 25-jarige diensttijd nog niets onbelast heeft ontvangen.
tijdelijke werkloosheid
De Belastingdienst hanteert het al dan niet bereikt hebben van de betreffende diensttijd erg strikt. Let dus bijvoorbeeld extra op met periodes van een tijdelijke uitkering die voorkomen in sectoren waar niet het hele jaar door werk is voor de werknemers, zoals in de bouw speelt. Alleen als de werknemer die periode niet ergens anders werkt, telt deze tijdelijke werkloosheid ook mee voor de totale diensttijd van de werknemer. Verder kun je ook rekening houden met dienstjaren bij een vorige werkgever van de werknemer als dat maatschappelijk gebruikelijk is, bijvoorbeeld als je organisatie en de vorige werkgever dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst (cao) hebben.
Fondsen
financiële problemen
Werknemers kunnen soms vrijgestelde uitkeringen (of verstrekkingen) ontvangen uit fondsen die aan de dienstbetrekking zijn verbonden. Voorbeelden hiervan zijn een sociaal ondersteuningsfonds voor werknemers met financiële problemen en een studiefonds voor kinderen van werknemers.
bijdragen
Voor deze vrijstelling gelden de volgende voorwaarden:
- De werknemers mogen geen vrijgestelde aanspraak op de uitkeringen (of verstrekkingen) uit het fonds hebben.
- Het mag niet gaan om uitkeringen (en verstrekkingen) voor adoptie, bevalling, invaliditeit, overlijden of ziekte.
- De werknemers die aan het fonds bijdragen, moeten de laatste vijf jaar in totaal ten minste net zoveel hebben bijgedragen als de werkgever. Als het fonds korter dan vijf jaar bestaat, bekijk je dit over de bestaansperiode tot aan het jaar van de uitkering (of verstrekking).
inhouden op nettoloon
Je moet werknemersbijdragen voor een fonds dat is verbonden aan de dienstbetrekking inhouden op hun nettoloon. De bijdragen zijn dus geen aftrekpost voor de loonheffingen.
Sparen voor vrije dagen via een tijdspaarfonds
bij elke salarisbetaling
netto
Een speciale vorm van een fonds dat is verbonden aan de dienstbetrekking is een tijdspaarfonds. Aan een tijdspaarfonds draagt zowel de werknemer als de werkgever bij. Bij elke salarisbetaling stort je de waarde in geld van het door de werknemer opgebouwde verlof in het fonds, onder berekening van de hierover verschuldigde loonheffingen. De inleg gebeurt dus netto. Zaken die uit een tijdspaarfonds kunnen worden bekostigd, zijn bijvoorbeeld de vakantiebijslag, bovenwettelijke vakantiedagen, verlofdagen en verzuimdagen. Het loon dat een werknemer uit het tijdspaarfonds ontvangt is netto, want bij inleg in het fonds heb je al loonheffingen berekend.
Spaaruren
De werknemer kan ook de waarde van verplicht overwerk en reisuren in het tijdspaarfonds storten, onder berekening van loonheffingen. Het bijbehorende ‘saldo spaaruren’ staat apart op het saldo-overzicht van werknemers.