U bent hier

Onderneming & Administratie
Fiscale eenheid2. Een fiscale eenheid voor de VPB2.2 Aandelenbezit

2.2 Aandelenbezit

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2025

bezitseis

De bezitseis van 95% van de aandelen (in het nominaal gestorte kapitaal) in de dochter geldt zowel voor de juridische als de economische eigendom. Heeft de dochter verschillende soorten aandelen, zoals prioriteitsaandelen, stemrechtloze aandelen en preferente aandelen? Dan moet de moeder de juridische én economische eigendom bezitten van minimaal 95% van élke soort aandelen. Dit moet voorkomen dat een aandeelhouder met ten minste 95% van de aandelen, recht heeft op minder dan 95% van de winst.

Doordat de moeder ten minste 95% van de juridische én economische eigendom van de aandelen in de dochter moet bezitten, is het niet mogelijk om een fiscale eenheid te vormen als de aandelen zijn ondergebracht en gecertificeerd in een Stichting Administratiekantoor (STAK).

Verkrijging eigendom

economische eigendom

juridische 
eigendom

Meestal zit er enige tijd tussen de verkrijging van de juridische eigendom nadat je de economische eigendom van de aandelen hebt verkregen. Toch voldoe je in de volgende gevallen aan de bezitseis:

  • Tussen het tijdstip van de verkrijging van de juridische eigendom en het tijdstip van de verkrijging van de economische eigendom zitten niet meer dan vijf werkdagen.
  • Het is daadwerkelijk de bedoeling van de betrokken partijen om de juridische eigendom meteen na de verkrijging van de economische eigendom over te dragen.

Verlening

Is vijf dagen niet haalbaar door omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de betrokken ondernemingen liggen, zoals een lange decertificeringsprocedure? Dan is een verlenging tot maximaal drie maanden mogelijk.

Prioriteitsaandeel

benoemingsrecht

Als een moeder alle gewone aandelen in een dochter bezit, behalve één prioriteitsaandeel dat aandeelhouders verschillende bijzondere rechten kan geven, voldoe je niet aan de bezitseis. De moeder moet immers minimaal 95% van elke aandelensoort bezitten. Een prioriteitsaandeel wordt als één soort aandelen aangemerkt, zolang het zich van de andere aandelen onderscheidt doordat er een benoemingsrecht of daarmee vergelijkbaar recht aan is verbonden. In dat geval kun je dus toch een fiscale eenheid vormen.

Als het aandelenbezit van de moeder door het toekennen van optierechten aan werknemers of anderen dan de moedermaatschappij onder de 95% zakt, hoeft de fiscale eenheid onder voorwaarden niet verbroken te worden.

Indirect belang

De moedermaatschappij hoeft het 95%-belang in de dochtermaatschappij niet rechtstreeks (middellijk) te bezitten. Bij het bepalen of de moedermaatschappij voldoet aan de bezitseis, telt naast het onmiddellijke belang ook het middellijke belang mee, als dit in handen is van dochtermaatschappijen die deel uitmaken van de fiscale eenheid.