2.6 Formele vereisten van het verzoek
aanvraag-formulier
voegings-tijdstip
De fiscus kan je niet ongevraagd – en ongewild – een fiscale eenheid voor de VPB opdringen of opleggen. Om een fiscale eenheid te kunnen vormen, moeten de moedermaatschappij en dochter(s) een gezamenlijk verzoek indienen bij de Belastingdienst. Voor het indienen van zo’n verzoek kun je gebruikmaken van het aanvraagformulier fiscale eenheid VPB, dat je kunt downloaden via de website van de Belastingdienst. Als de fiscale eenheid bestaat uit een moedervennootschap en één of meer dochtervennootschappen, moet het verzoek bestaan uit formulier A en formulier B. Als de moedermaatschappij al is toegevoegd aan een andere fiscale eenheid, dan moet je ook formulier C invullen. Stuur de ingevulde en ondertekende formulieren naar het belastingkantoor waaronder de moedermaatschappij valt.
2.6.1 Beschikking
Je kunt tot drie maanden na het gewenste voegingstijdstip een verzoek indienen tot het aangaan van een fiscale eenheid. Als je een bv bijvoorbeeld met ingang van 1 januari 2026 in je fiscale eenheid wilt opnemen, moet het verzoek daartoe vóór eind maart 2026 bij de Belastingdienst binnen zijn. Op het tijdstip dat je de vennootschappen wilt voegen in een fiscale eenheid moet je al voldoen aan alle vereisten.
De inspecteur beslist op het verzoek bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Dit gebeurt meestal binnen acht weken. Tegen het uitblijven van een beschikking of tegen een afwijzende beschikking, kun je bezwaar maken. Wordt dit afgewezen, dan kun je hiertegen in beroep.
2.6.2 Onderliggende stukken
vermogens-opstelling
deelneming
Bij het verzoek tot het aangaan van een fiscale eenheid moet je bepaalde stukken overleggen. Welke stukken hierbij nodig zijn, hangt af van het moment waarop de fiscale eenheid ingaat: met ingang van het boekjaar of in de loop van het boekjaar van de dochter(s). Wil je met ingang van het boekjaar een fiscale eenheid vormen, dan moet de moeder bij de VPB-aangifte een vermogensopstelling van de fiscale eenheid voegen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
- De opstelling vermeldt alle activa en passiva van zowel de moeder als de dochter(s).
- De activa en passiva worden gewaardeerd op dezelfde wijze als ze tot dan toe werden gewaardeerd.
- Het vermogen van de dochtermaatschappij wordt fiscaal toegerekend aan de moedermaatschappij.
- De post ‘deelneming’ verdwijnt van de fiscale balans van de moedermaatschappij.
- Onderlinge vorderingen en schulden worden met elkaar verrekend.
Voegingstijdstip
Als je een fiscale eenheid in de loop van het boekjaar van de dochtermaatschappij wilt laten ingaan, moet de dochtermaatschappij eerst het (gebroken) boekjaar afsluiten. De periode van 1 januari tot de datum van voeging geldt als een afzonderlijk (kort) boekjaar. De moeder moet per deze datum een vermogensopstelling maken waarin zij de onderlinge schuldverhoudingen met de dochtermaatschappij vastlegt.
Waardering van vorderingen en schulden
verbreken
verliezen
afwaardering
Bij het aangaan van een fiscale eenheid VPB moet je de onderlinge vorderingen en schulden waarderen op de bedrijfswaarde. Bij het verbreken van een fiscale eenheid geldt de eis van waardering op bedrijfswaarde alleen voor vorderingen (zie hoofdstuk 4). Op die manier wordt voorkomen dat verliezen van een groepsmaatschappij – die ten laste van een fiscale eenheid zijn gekomen – via de latere afwaardering van een vordering op die groepsmaatschappij nogmaals kunnen worden meegenomen.