3.1 Loonbelastingtabellen

een variant

Als je onderneming geen gebruik maakt van salarissoftware of van een geautomatiseerde loonadministratie, moet je de in te houden loonheffing zelf bepalen aan de hand van de loonbelastingtabellen. Hierbij geldt als heffingsgrondslag het belastbare loon uit kolom 14 van de loonstaat (zie ook paragraaf 2.1). Er zijn verschillende soorten loonbelastingtabellen beschikbaar.

Kleur

twee varianten

Om te beginnen zijn de tabellen er in twee kleurvarianten: wit en groen. De witte loonbelastingtabellen gebruik je voor loon uit tegenwoordige dienstbetrekking (en daarmee gelijkgesteld loon). De groene tabellen gebruik je voor loon uit vroegere dienstbetrekking (en daarmee gelijkgesteld loon).

Woonland

Verder kan het woonland bepalend zijn bij de toepassing van de loonbelastingtabellen. Van elke tabel bestaat er een variant voor de inwoners van:

• Nederland;
• België;
• Suriname of Aruba;
• een ander land uit de landenkring (zijnde een ander EU-land, Noorwegen, Liechtenstein, IJsland, Zwitserland of een BES-eiland);
• een ander land.

herleidingssituaties

Sommige werknemers zijn alleen loonbelasting verschuldigd of niet premieplichtig voor álle volksverzekeringen. Ook voor zulke (herleidings)situaties zijn loonbelastingtabellen beschikbaar.

Tijdvak

periode

Welke loonbelastingtabel je moet gebruiken, is ook afhankelijk van de periode waarover de werknemer het loon geniet: het loontijdvak. Er zijn witte en groene tabellen beschikbaar voor de volgende loontijdvakken: een dag, een week, vier weken, een maand en een kwartaal.

voorkomen

aantal dagen geen loon

In principe gebruik je de tijdvaktabel die overeenkomt met het loontijdvak van de werknemer. Soms is dat echter anders, om te voorkomen dat een te hoge algemene heffingskorting en arbeidskorting wordt toegepast (zie ook paragraaf 2.3). Dat speelt in de volgende situaties:

• Bij in- of uitdiensttreding in de loop van het loontijdvak ontvangt de werknemer aan het begin of einde van het tijdvak een aantal dagen geen loon (hij is dan niet werkzaam). Het loontijdvak is dan samengesteld uit weken en/of dagen voor de dagen waarover je hem wél loon betaalt. Je moet de weektabel toepassen voor elke volle werkweek en de dagtabel voor de resterende dagen.
• Bij een onderbroken loontijdvak moet je net als hiervoor de week- en/of dagtabel toepassen. Deze situatie speelt als de werknemer in het tijdvak een aantal dagen geen loon ontvangt door bijvoorbeeld onbetaald verlof.
• Bij parttimewerknemers moet je de tijdvaktabel toepassen die overeenkomt met de periode waarover zij hun loon uitbetaald krijgen: het uitbetalingstijdvak. Parttimers zijn werknemers die normaal gesproken op minder dan vijf dagen per week werken.

Bijzonder

los van een loontijdvak

Voor eenmalige beloningen of beloningen die werknemers normaal gesproken slechts eenmaal per jaar ontvangen – zoals een bonus, overwerkloon of vakantiebijslag – gebruik je aparte loonbelastingtabellen. Er zijn witte en groene tabellen voor bijzondere beloningen. Deze tabellen staan dus los van een loontijdvak.

voor een deel

Voor berekening van de inhouding op grond van deze tabellen heb je het jaarloon van de werknemer nodig. Dit jaarloon baseer je op het loon uit kolom 14 van de loonstaat (Loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen). Als je de werknemer het hele voorgaande kalenderjaar loon hebt betaald, is dat het jaarloon. Heb je hem slechts voor een deel van dat kalenderjaar loon betaald, dan herleid je dat tot een jaarloon. Is de werknemer het huidige kalenderjaar in dienst gekomen, dan herleid je het loon van dit jaar tot een jaarloon.

Kolom

leeftijd werknemer

De witte en groene loonbelastingtabellen zijn ingedeeld in diverse kolommen. Welke kolom je moet aanhouden, hangt onder andere af van de leeftijd van de werknemer:

• jonger dan de AOW-leeftijd;
• AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later;
• AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder.

Ook het feit of je de loonheffingskorting voor de werknemer moet toepassen (zie ook paragraaf 2.3), is bepalend voor welke kolom je moet gebruiken. Bij werknemers met de AOW-leeftijd zijn er twee kolommen ‘met loonheffingskorting’ om uit te kiezen: inclusief de alleenstaande-ouderenkorting of exclusief de alleenstaande-ouderenkorting.

Inhouding

tussen twee bedragen

Voor bepaling van de inhouding aan loonheffing kijk je in de van toepassing zijnde kolom op de regel van het betreffende tabelloon. Het tijdvakloon van de werknemer bepaalt van welk tabelloon je moet uitgaan. Als het tijdvakloon tussen twee bedragen aan tabelloon zit, houd je de regel van het lagere bedrag aan. Een (belastbaar) maandloon van bijvoorbeeld € 2.400 komt niet als tabelloon terug in de huidige witte maandtabel, maar € 2.398,50 en € 2.403 wel. Je houdt dan de regel aan van het tabelloon € 2.398,50. In de vierde kolom vind je de arbeidskorting die is verrekend bij dat tabelloon als de loonheffingskorting van toepassing is.

Als je de tabel voor bijzondere beloningen moet toepassen, geldt hetzelfde voor het (berekende) jaarloon van de werknemer. Op de betreffende regel vind je echter geen bedrag aan loonheffing, maar een heffingspercentage dat je moet toepassen over de heffingsgrondslag (zie ook paragraaf 2.3).