U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Berekeningen in de salarisadministratie5. Werknemersverzekeringen5.1 Premiedifferentiatie WW

5.1 Premiedifferentiatie WW

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: november 2025

in beheer

Voor de Werkloosheidswet (WW) draagt je onderneming bij aan het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). UWV heeft dit fonds in beheer. De premie Awf is een gedifferentieerde premie en bestaat in twee varianten: de premie Awf-laag van 2,74% en de premie Awf-hoog van 7,74% (percentages 2025).

Overheidswerkgevers betalen geen Awf-premie. Zij betalen 0,68% premie aan het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo). Uit dit fonds – dat in beheer is van UWV – worden de WW-uitkeringen aan (ex-)overheidspersoneel en ZW-uitkeringen aan (ex-)overheidspersoneel betaald.

Laag

Je mag de lage Awf-premie toepassen over de grondslag als er voor de werknemer sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die schriftelijk is overeengekomen en er geen sprake is van een oproepovereenkomst.

uitzondering

In de aangifte loonheffingen in het deel met de werknemersgegevens worden deze drie voorwaarden in drie rubrieken uitgevraagd. Om de lage Awf-premie te mogen toepassen, moeten deze indicaties achtereenvolgens met ‘ja, ja, nee’ zijn ingevuld:

  • Indicatie arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd;
  • Indicatie schriftelijke arbeidsovereenkomst;
  • Indicatie oproepovereenkomst.

Standaard lage premie van toepassing

uitkeringen

alle andere gevallen

Bij wijze van uitzondering geldt voor de volgende groepen werknemers/situaties altijd de lage Awf-premie:

  • leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl);
  • werknemers van jonger dan 21 jaar (bij de start van het aangiftetijdvak), die niet meer dan 48 verloonde uren hebben bij een tijdvak van vier weken of niet meer dan 52 verloonde uren bij een tijdvak van een maand;
  • uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (uitkeringen door UWV als werkgeversbetalingen en betalingen door eigenrisicodragers WGA en/of ZW);
  • uitkeringen op grond van de WAZO;
  • toeslagen op grond van de Toeslagenwet.

Hoog

In alle andere gevallen dan hiervoor genoemd is je onderneming de hoge Awf-premie verschuldigd over de grondslag. Dat is dus bijvoorbeeld het geval bij fictieve dienstbetrekkingen, oproepovereenkomsten, tijdelijke arbeidsovereenkomsten en vaste arbeidsovereenkomsten die niet schriftelijk zijn overeengekomen.

Twee

apart verwerken

Heeft je onderneming twee schriftelijke arbeidsovereenkomsten met een werknemer – bijvoorbeeld een vaste arbeidsovereenkomst voor een bepaald aantal uur en een oproepovereenkomst voor een (aanvullend) klein aantal uur – dan moet je die apart verwerken, in twee inkomstenverhoudingen (IKV’s). Voor de vaste arbeidsovereenkomst geldt de lage Awf-premie en voor de oproepovereenkomst geldt de hoge Awf-premie.

dezelfde pre

Bij een tijdelijke uitbreiding van het aantal uur van een arbeidsovereenkomst hangt het ervan af of de tijdelijke urenuitbreiding wel of geen aparte arbeidsovereenkomst is. Is dat het geval, dan geldt voor het loon van de tijdelijke urenuitbreiding de hoge Awf-premie. Is dat niet het geval, dan geldt voor het loon van de tijdelijke urenuitbreiding dezelfde Awf-premie als voor het oorspronkelijke loon.

Herziening

twee situaties

alleen

Soms heb je de lage Awf-premie (terecht) toegepast over de grondslag, maar is je onderneming met terugwerkende kracht tóch de hoge Awf-premie verschuldigd. Dat kan spelen in de volgende twee situaties:

  • De dienstbetrekking met de werknemer eindigt uiterlijk twee maanden na aanvang (ongeacht de reden).
  • De werknemer krijgt binnen een kalenderjaar meer dan 30% méér uren verloond dan contractueel voor dat jaar met hem is overeengekomen.

Een herziening van de WW-premie speelt dus alleen als je de lage Awf-premie hebt toegepast, maar met terugwerkende kracht de hoge Awf-premie geldt. Je moet dit zowel in het collectieve als nominatieve deel van de aangifte loonheffingen verwerken in de hiervoor bestemde rubrieken.

Als toepassing van de lage Awf-premie een vergissing was, moet je deze fout op de reguliere manier corrigeren in de loonaangifte. Het is dan geen herzieningssituatie.

30%-herziening

verhouding

vaste arbeidsomvang

optellen

Om te bepalen of er voor de werknemer meer dan 30% méér uren zijn verloond dan overeengekomen, moet je de verhouding tussen de verloonde uren en de totale overeengekomen vaste arbeidsomvang in het kalenderjaar weten:

  • Om tot het aantal verloonde uren te komen, moet je alle in de loonaangifte opgegeven verloonde uren van dat kalenderjaar uit alle dienstbetrekkingen die je onderneming met de werknemer heeft bij elkaar optellen.
  • Om tot de totale overeengekomen arbeidsomvang van de vaste arbeidsovereenkomst van dat kalenderjaar te komen, moet je eerst de vaste arbeidsomvang van de aangiftetijdvakken berekenen (rekenkundig afgerond op twee decimalen). Dit doe je door per tijdvak het aantal contracturen per week uit de loonaangifte te bepalen, naar de stand van de laatste dag van het aangiftetijdvak of van de dienstbetrekking bij een eerder einde hiervan. Die contracturen vermenigvuldig je met – afhankelijk van het aangiftetijdvak – 4 (tijdvak van vier weken), 13/3 (tijdvak van een maand), 26 (tijdvak van een halfjaar) of 52 (tijdvak van een jaar). Vervolgens moet je de vaste arbeidsomvang van de aangiftetijdvakken dat kalenderjaar bij elkaar optellen, zodat de totale vaste arbeidsomvang van dat jaar resteert.

aantal verloonde uren

Bij een dienstbetrekking die niet het hele aangiftetijdvak bestaat, moet je de contracturen vermenigvuldigen met het aantal kalenderdagen van de dienstbetrekking van dat tijdvak en dan delen door zeven (en rekenkundig afronden op twee decimalen).

Overschrijding

hangt af van de uitkomst

Voor bepaling van een eventuele urenoverschrijding moet je het berekende aantal verloonde uren verminderen met de berekende overeengekomen vaste arbeidsomvang dat kalenderjaar. Deze uitkomst moet je delen door de berekende overeengekomen vaste arbeidsomvang van dat kalenderjaar en vermenigvuldigen met 100%. Het resterende percentage moet je naar beneden afronden op een heel percentage. Of herziening nodig is, hangt af van de uitkomst: bij 30% of minder is dat niet nodig en bij 31% of meer wel.

Rekenvoorbeeld

handige tool

Stel dat je onderneming voor een werknemer de lage Awf-premie toepast in de maandelijkse loonaangifte bij een vaste arbeidsovereenkomst van 30 uur per week. De totale overeengekomen arbeidsomvang is dan 30 × 13/3 = 130 per tijdvak en 1.560 op jaarbasis. Als deze werknemer 2.060 verloonde uren heeft dit jaar, komt dat neer op ((2.060 − 1.560) ÷ 1.560) × 100% = (afgerond) 32% extra verloonde uren. Dat betekent dus dat premieherziening nodig is.

WW-uitkeringen

Op rendement.nl/salarisdossier vind je een handige tool waarmee je de noodzaak tot herziening van de Awf-premie in een specifieke situatie te kunnen bepalen.

Bestedingen Algemeen werkloosheidsfonds

tijdelijke maatregelen

Uit het Awf worden de volgende zaken betaald:

  • WW-uitkeringen van niet-(ex-)overheidspersoneel;
  • loonbetalingsverplichtingen aan werknemers van werkgevers in betalingsonmacht;
  • ZW-uitkeringen voor zieke werklozen;
  • re-integratiekosten voor de WW en ZW;
  • operationele kosten van de Sociaal Economische Raad (SER);
  • tijdelijke of bijzondere maatregelen (zoals de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW) of de Subsidieregeling stimulering arbeidsmarktpositie (STAP)).

volledig rijksgefinancierd

Niet alle bestedingen uit het Awf worden afgehandeld met de door werkgevers betaalde Awf-premies. Zo waren bijvoorbeeld de NOW en STAP volledig rijksgefinancierd.