U bent hier

9. Des- en herinvesteringen

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: februari 2025

Er zijn verschillende fiscale regelingen voor ondernemingen die willen investeren. Om misbruik en onbedoelde neveneffecten van deze regelingen tegen te gaan, gelden er wel enkele aanvullende voorwaarden rond de vervreemding van het bedrijfsmiddel. Verkoop je een bedrijfsmiddel met het doel om dit op termijn te vervangen door een nieuw exemplaar, dan kun je misschien gebruikmaken van de herinvesteringsreserve.

aanschafprijs

Zoals je in hoofdstuk 4 kon lezen kun je via een aantal investeringsaftrekregelingen een aanzienlijk percentage van de aanschafprijs van een bedrijfsmiddel in aftrek brengen van de fiscale winst. Als je het bedrijfsmiddel na korte tijd verkoopt, zou je daarmee in de ogen van de wetgever een ongewenst voordeel hebben. Het gevolg is dat je een deel van de aftrek moet terugbetalen.

De fiscale afschrijvingstermijn van een nieuw bedrijfsmiddel is minimaal vijf jaar (zie hoofdstuk 2). De termijn van vijf jaar is ook van belang voor de investeringsaftrek en voor de zogenoemde desinvesteringsbijtelling. Als je een bedrijfsmiddel verkoopt binnen vijf jaar na het begin van het jaar waarin je de investering deed, raak je namelijk (...
In sommige gevallen kun je voorkomen dat je (een deel van) de investeringsaftrek moet terugbetalen via de desinvesteringsbijtelling. Door de vorming van een herinvesteringsreserve (HIR) kun je ervoor zorgen dat jouw liquiditeitspositie niet verslechtert door een hogere aanslag VPB. Vervanging Stel dat je een bedrijfsmiddel op vrij korte termijn...
De boekwinst die je hebt gerealiseerd op een bedrijfsmiddel schuif je met de herinvesteringsreserve – met de vertraging die nodig is voor de keuze en aanschaf – door naar het vervangende bedrijfsmiddel. Pas als je daadwerkelijk gaat herinvesteren, moet je de HIR afboeken van de aankoopprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel. Het bedrijfsmiddel komt...