9.3 Regels rond aankoop vervangend bedrijfsmiddel
afboeken
afschrijven
De boekwinst die je hebt gerealiseerd op een bedrijfsmiddel schuif je met de herinvesteringsreserve – met de vertraging die nodig is voor de keuze en aanschaf – door naar het vervangende bedrijfsmiddel. Pas als je daadwerkelijk gaat herinvesteren, moet je de HIR afboeken van de aankoopprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel. Het bedrijfsmiddel komt voor een lagere waarde op de balans te staan. Dit betekent dat je minder kunt afschrijven dan gebruikelijk is bij de aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel.
De boekwaarde van het nieuwe bedrijfsmiddel mag na aftrek van de reserve niet lager zijn dan de boekwaarde van het vervreemde bedrijfsmiddel. Mogelijk kan jouw onderneming hierdoor een deel van de gevormde herinvesteringsreserve niet benutten.
Voorbeeld
Stel je verkoopt een machine met een boekwaarde van € 180.000 voor € 220.000. Je wil deze op termijn vervangen door een nieuwe machine te kopen. De boekwinst van € 40.000 kun je toevoegen aan de herinvesteringsreserve. Een jaar later koop je een extra nieuwe machine voor € 200.000. Bij de aankoop van de nieuwe machine sluit je aan bij de boekwaarde van de eerder verkochte machine. Voor de aankoop van deze nieuwe machine mag je van de gevormde HIR slechts € 20.000 gebruiken.
boekwaarde
De boekwaarde van de nieuwe machine mag na de afboeking van de HIR namelijk niet lager zijn dan de boekwaarde van de vorige machine (€ 200.000). Het bedrag van de reserve dat na de aankoop resteert (€ 20.000) mag je gebruiken voor de investering in een extra machine.
9.3.1 Volgorde afboeking
De herinvesteringsreserve onderscheidt twee soorten afschrijvingscategorieën:
- duurzame bedrijfsmiddelen. Hierop schrijf je in meer dan tien jaar af of helemaal niet;
- niet-duurzame bedrijfsmiddelen. Deze schrijf je in maximaal tien jaar af.
economische functie
Het onderscheid is van belang voor de bepaling of je kunt afboeken op een nieuwe aanschaf of niet. Voor de boekwinst op een vervreemd bedrijfsmiddel kun je geen herinvesteringsreserve vormen, als je het voornemen hebt om te herinvesteren in een bedrijfsmiddel met een andere economische functie dan het vervreemde bedrijfsmiddel.
Uitzondering
meer dan tien jaar
afschrijven
Op deze hoofdregel bestaat een uitzondering voor een herinvesteringsreserve die is ontstaan:
- uit de vervreemding van een lang afschrijfbaar (meer dan tien jaar) bedrijfsmiddel;
- door de vervreemding van een bedrijfsmiddel waarop je niet afschrijft.
Op deze reserve mag je ook investeringen in kort afschrijfbare (≤ tien jaar) bedrijfsmiddelen en op investeringen in lang afschrijfbare bedrijfsmiddelen afboeken, als deze binnen de onderneming een vergelijkbare functie hebben.
Naar eigen keuze
afboeken
Als binnen een boekjaar meer bedrijfsmiddelen zijn aangeschaft en ten minste één vervreemding heeft plaatsgevonden, komt de vraag hoe je een gevormde HIR moet afboeken. De Belastingdienst staat toe dat je de voor de vervreemdingswinst gevormde reserve naar eigen keuze mag afboeken op de daarvoor in aanmerking komende investeringen, zolang de economische functie maar overeenkomt. Het is daarbij niet van belang of de aanschaf vóór of na de vervreemding heeft plaatsgevonden.
De genoemde keuzevrijheid houdt echter niet in dat je een gevormde herinvesteringsreserve aan het einde van het boekjaar niet afboekt, terwijl het nog wel mogelijk is af te boeken op een bedrijfsmiddel in dezelfde afschrijvingscategorie.
Eerstvolgende aanschaf
kiezen
De herinvesteringsreserve boek je normaal gesproken af op het eerstvolgende aangeschafte bedrijfsmiddel. Als je in de afgelopen drie jaren meer herinvesteringsreserves hebt gevormd die nog niet (geheel) zijn aangewend, mag je kiezen welke reserve je wilt aanwenden voor afboeking op het bedrijfsmiddel waarin is geherinvesteerd. Hoewel de driejaarstermijn in het algemeen aanleiding zal geven een hervesteringsreserve uit het oudste jaar het eerst aan te wenden, schrijft de wettekst geen first-in-first-out-methode voor.
9.3.2 Overheidsingrijpen
bedrijfsmiddel
staking
In sommige gevallen is de vervreemding het gevolg van overheidsingrijpen. In deze situatie hoef je de herinvesteringsreserve niet per se te gebruiken voor een herinvestering in een vergelijkbaar bedrijfsmiddel met eenzelfde economische functie. In het Verzamelbesluit geeft de staatssecretaris van Financiën een opsomming van wat onder overheidsingrijpen wordt verstaan:
- (minnelijke) onteigening en verkoop ter voorkoming van onteigening;
- een besluit of regeling op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur of milieu dat de mogelijkheden om de onderneming op de huidige locatie in de huidige vorm voort te zetten of uit te breiden inperkt;
- een algemene maatregel van de EU of nationale overheid die leidt tot herstructurering of beëindiging van een bedrijfstak.
Sinds 1 januari 2024 mag je bij een gedeeltelijke staking, die het gevolg is van overheidsingrijpen een herinvesteringsreserve benutten in een andere onderneming.
Ruilarresten: afboeken boekwinst
winstneming
belegging
samenloop
Als het wettelijke regime van de herinvesteringsreserve geen oplossing biedt of kan bieden, kun je mogelijk de zogenoemde ruilarresten toepassen. Op grond van de ruilarresten van de Hoge Raad kan je de boekwinst op een bedrijfsmiddel, en de verkoop van andere activa afboeken op de aanschafprijs van een in hetzelfde jaar gekocht vervangend bedrijfsmiddel. Het vervangende bedrijfsmiddel moet dan wel een gelijkwaardige plaats innemen in het ondernemingsvermogen. Winstneming over een boekwinst kun je via de ruilgedachte uitstellen:
- bij een boekwinst bij de onttrekking van een bedrijfsmiddel naar privé;
- bij een boekwinst op een als belegging aangehouden vermogensrecht (aandelen);
- bij samenloop van de herinvesteringsreserve en de willekeurige afschrijving.
Met de rekentool op rendement.nl/fiscaaldossier kun je berekenen of en voor welk bedrag je een herinvesteringsreserve kunt benutten bij een nieuwe investering.