3.2 Uitgesloten bedrijfsmiddelen
verhuur
fiscale eenheid
Voor bedrijfsmiddelen die voor meer dan 70% ter beschikking zijn gesteld aan derden (zoals bij verhuur) geldt dat je geen recht hebt op investeringsaftrek. Er geldt echter één uitzondering: bij onderlinge verhuur binnen een fiscale eenheid voor de VPB. Je mag dus wél investeringsaftrek opvoeren als de ene dochtermaatschappij een bedrijfsmiddel verhuurt aan een andere dochtermaatschappij. De fiscus beschouwt de maatschappijen namelijk als één geheel binnen de fiscale eenheid voor de VPB. Er is dan geen sprake van verhuur aan een derde.
Uitgesloten investeringen
goodwill
bloed- en aanverwanten
De volgende bedrijfsmiddelen en investeringen zijn uitgesloten van investeringsaftrek:
- investeringen in bepaalde bedrijfsmiddelen, zoals woonhuizen, grond, dieren, personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer, vaartuigen voor representatieve doeleinden, effecten, vorderingen, goodwill en publiekrechtelijke vergunningen;
- bedrijfsmiddelen die zijn bestemd voor verhuur (alleen uitgesloten voor de KIA) of voor gebruik in het buitenland;
- bedrijfsmiddelen die je van je privévermogen overbrengt naar het ondernemingsvermogen;
- investeringen waarvoor je verplichtingen aangaat tegenover personen die behoren tot jouw huishouden, bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of personen die behoren tot hun huishouden, gerechtigden tot een erfenis waartoe het bedrijfsmiddel behoort of iemand die minimaal een derdenbelang heeft in een investerende bv.
Investerende bv
Als sprake is van investeringen door een bv (laatste voorwaarde hierboven), geldt deze uitsluiting voor verplichtingen die zijn aangegaan met natuurlijke of rechtspersonen als die een belang van minimaal een derde hebben met de investerende bv. Deze uitsluiting geldt ook andersom: als de aandeelhouder een bedrijfsmiddel koopt van zijn bv. In dat geval kun je de inspecteur onder voorwaarden om ontheffing van deze uitsluiting vragen.
Ontheffingsverzoek
verbonden
desinvestering
Wil je de investeringsaftrek toch toepassen in familiaire of nauw verbonden situaties? Dan moet je een ontheffingsverzoek uiterlijk doen op het moment waarop de aanslag onherroepelijk vaststaat. Bij de voorwaarden voor ontheffing is vooral van belang of er sprake is van een reële investering en of je de investering binnen een redelijke termijn in gebruik neemt. Bovendien is de aftrek gemaximeerd op het bedrag van de desinvesteringsbijtelling van de verkopende partij.
Voorbeeld uitsluiting bedrijfsmiddel
Ondernemer Weilander heeft geïnvesteerd in een schuur met een investeringswaarde van € 200.000. Hiervan is de helft toe te rekenen aan de opstal en het restant aan de grond. Weilander heeft een vergunning ontvangen van de gemeente. De kosten hiervan zijn € 2.250. Deze kosten mag hij niet aftrekken. Voor de investeringsaftrek mag hij alleen het pand in aanmerking nemen, dus € 100.000.