U bent hier

3.2 Speciale regels

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: november 2025

In sommige situaties heb je voor berekening van de in te houden loonheffing met speciale regels te maken rond het gebruik van de tijdvaktabellen. Hierna komen enkele van zulke situaties aan bod.

Loontijdvak

afhankelijk van aantal dagen

korter dan een dag

Het kan zijn dat het loon van de werknemer afhankelijk is van het aantal gewerkte dagen. In dat geval is het loontijdvak een dag, ook al betaal je de werknemer bijvoorbeeld per week of per maand uit. Je rekent het periodiek uitbetaalde loon – bijvoorbeeld het loon over november – dan om tot een loon per dag, door het uitbetaalde bedrag te delen door het aantal gewerkte dagen dat tijdvak (hier november). Let op dat je hierbij voor een maand maximaal rekening mag houden met 65/3 dagen.

zes of zeven dagen

Als het loontijdvak korter is dan een dag, moet je ook rekenen met een loontijdvak van een dag. Dit is echter niet het geval als de parttimeregeling geldt (zie paragraaf 3.1) of de studenten- en scholierenregeling (zie hierna). Is er sprake van een loontijdvak van zes of zeven dagen, dan pas je de weektabel toe alsof de werknemer vijf dagen heeft gewerkt.

Als een werknemer een loontijdvak heeft waarvoor geen tabel bestaat, moet je het loon opknippen in delen waarvoor er wel een tijdvaktabel is en de inhouding daaruit herleiden. Bij bijvoorbeeld een loontijdvak van 4,5 dag gebruik je vijf keer de dagtabel voor 1/5 van het loon.

Herberekeningsmethode

loon van langste tijdvak

Als de werknemer verschillende loontijdvakken heeft en je maakt gebruik van de mogelijkheid om de tijdvaktabel te hanteren (zie ook paragraaf 3.1), moet je de herberekeningsmethode toepassen. Die methode houdt in dat je het loon van het langste tijdvak optelt bij alle andere loonbedragen in dat tijdvak.

met diezelfde tabel

sommige kalenderjaren

Dus je telt bijvoorbeeld in december uitbetaalde provisie over oktober, november en december – het tijdvak is een kwartaal – op bij de reguliere maandlonen van die drie maanden. Met de tabel die geldt voor dat langste tijdvak op het uitbetalingsmoment – hier de witte kwartaaltabel die geldt in december – bepaal je de inhouding aan loonheffing (en bijbehorende arbeidskorting) over het berekende totaal. Met diezelfde tabel bepaal je de inhouding aan loonheffing (en bijbehorende arbeidskorting) over het totaal aan andere loonbedragen – hier het loon over oktober, november en december – en dit resultaat trek je af van de eerder berekende loonheffing (en arbeidskorting). Het verschil is de in te houden loonheffing (en bijbehorende arbeidskorting) over het langste kwartaal, hier het kwartaal van de provisie.

53e week

hangt af van uitbetaling

Sommige kalenderjaren tellen 53 weken (zoals 2026). Bij een loontijdvak van een week gebruik je dan ook voor het loon over de 53e week de weektabel. Als werknemers een loontijdvak hebben van vier weken, hangt de verwerking af van de uitbetaling van het loon over die 53e week:

  • de uitbetaling vindt plaats samen met het loon over de 13e periode van vier weken: er is dan sprake van een loontijdvak van vijf weken, waarvoor geen belastingtabel bestaat. Je moet het loon dan opknippen naar delen waarvoor er wel een tabel is. Je kunt bijvoorbeeld vijf keer de weektabel toepassen op 1/5 van het loon;
  • de uitbetaling vindt apart plaats: je gebruikt voor het loon over de 13e periode van vier weken de vierwekentabel en voor het loon over de 53e week de weektabel.

op verzoek

Als een werknemer de loonheffingskorting bij je onderneming laat toepassen, geldt dat ook voor de 53e week. Het kan dan zijn dat je meer loonheffingskorting berekent dan waar de werknemer recht op heeft. De Belastingdienst trekt dat recht via zijn aanslag inkomstenbelasting.

Studenten

Als je onderneming studenten of scholieren in dienst heeft, kun je op verzoek van de werknemer de studenten- en scholierenregeling toepassen. Die regeling houdt in dat je uitgaat van een loontijdvak van een kalenderkwartaal, ongeacht het werkelijke loontijdvak. Je past dan de kwartaaltabel toe op het loon, waardoor je meestal minder loonheffing inhoudt dan bij toepassing van de reguliere tijdvaktabel. Let op dat er bij toepassing van deze regeling geen onderscheid is tussen tijdvakloon en bijzonder loon.