U bent hier

4.2 Praktijk VCR

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: november 2025

tot en met het tijdvak

geen bedrag toegevoegd

Op het moment dat je de premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW gaat berekenen, bepaal je eerst de grondslag tot en met het betreffende tijdvak. Hiervoor bereken je het cumulatieve premieloon dan wel cumulatieve bijdrageloon tot en met dat tijdvak. Als het cumulatieve maximumpremieloon dan wel het cumulatieve maximumbijdrageloon lager is dan het (berekende) cumulatieve premieloon dan wel het (berekende) cumulatieve bijdrageloon, reken je verder met dat maximum als cumulatieve grondslag.

Grondslagaanwas

vorige tijdvak

vorm

Van de cumulatieve grondslag trek je de grondslag af waarover je het vorige tijdvak premies dan wel bijdrage hebt berekend. De uitkomst is de aanwas van de grondslag voor het betreffende tijdvak. Voor berekening van de grondslagaanwas voor heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW maakt het niet uit of deze in de vorm van een werkgeversheffing (6,51%) wordt geheven of de werknemer een bijdrage ZVW (5,26%) is verschuldigd (percentages 2025).

Inzicht

visueel inzicht

Om inzichtelijk te maken hoe berekening van de grondslagaanwas via het voortschrijdend cumulatief rekenen precies werkt, vind je in het kader hierna een eenvoudig rekenvoorbeeld. Voor een visueel inzicht in de werking van de VCR-methode vind je op rendement.nl/salarisdossier een handige infographic.

Rekenvoorbeeld premiegrondslag volgens VCR

dezelfde bedragen

het verloop

Stel dat een werknemer een brutomaandloon heeft van € 6.190. Hoe dit zich vertaalt over een periode van vier maanden qua aanwas van de grondslag waarover de premies werknemersverzekeringen moeten worden berekend, zie je hieronder. Dezelfde bedragen gelden voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW.

Premieloon Maximumpremieloon Grondslag cumulatief* Aanwas grondslag
Maand 1 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 6.190 € 6.322 € 6.190
Maand 2 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 12.380 € 12.644 € 12.380
Maand 3 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 18.570 € 18.966 € 18.570
Maand 4 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 24.760 € 25.288 € 24.760

* De cumulatieve grondslag is het cumulatieve premieloon met als begrenzing het cumulatieve maximumpremieloon.

Wijziging

uit vorige voorbeeld

In het kader hierna zie je hoe het verloop van de grondslagaanwas eruitziet bij wijziging van de omstandigheden, in dit geval een salarisverhoging voor de werknemer.

Rekenvoorbeeld VCR met salarisverhoging

Stel dat de werknemer uit het vorige voorbeeld door een salarisverhoging vanaf maand 3 € 6.590 gaat verdienen. Hoe dit zich vertaalt over een periode van vijf maanden qua aanwas van de grondslag waarover de premies werknemersverzekeringen moeten worden berekend, zie je hieronder. Dezelfde bedragen gelden voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW.

Premieloon Maximumpremieloon Grondslag cumulatief* Aanwas grondslag
Maand 1 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 6.190 € 6.322 € 6.190
Maand 2 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 12.380 € 12.644 € 12.380
Maand 3 € 6.590 € 6.322 € 6.586
Cumulatief € 18.970 € 18.966 € 18.966
Maand 4 € 6.590 € 6.322 € 6.322
Cumulatief € 25.560 € 25.288 € 25.288
Maand 5 € 6.590 € 6.322 € 6.322
Cumulatief € 32.150 € 31.610 € 31.610

* De cumulatieve grondslag is het cumulatieve premieloon met als begrenzing het cumulatieve maximumpremieloon.

Bijzonder

alleen vakantie­bijslag

In het kader hierna zie je hoe het verloop van de grondslagaanwas eruitziet als de werknemer in een bepaald tijdvak geen tijdvakloon heeft maar de werkgever hem alleen een bijzondere beloning uitbetaalt, in dit geval vakantiebijslag.

Rekenvoorbeeld VCR tijdvak zonder tijdvakloon

Stel dat de werknemer uit het vorige voorbeeld in maand 3 geen periodiek loon ontvangt maar alleen vakantiebijslag à € 5.500. Omdat de vakantiebijslag een bijzondere beloning is, is er in dat tijdvak geen tijdvakloon en wordt er aan het cumulatieve maximumpremieloon geen bedrag toegevoegd. Het aantal cumulatieve loontijdvakken blijft twee. Hoe dit zich precies vertaalt qua aanwas van de grondslag waarover de premies werknemersverzekeringen moeten worden berekend, zie je hieronder. Dezelfde bedragen zijn van toepassing voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW.

Premieloon Maximumpremieloon Grondslag cumulatief* Aanwas grondslag
Maand 1 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 6.190 € 6.322 € 6.190
Maand 2 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 12.380 € 12.644 € 12.380
Maand 3 € 5.500 - € 264
Cumulatief € 17.880 € 12.644 € 12.644

* De cumulatieve grondslag is het cumulatieve premieloon met als begrenzing het cumulatieve maximumpremieloon.

Inhaaleffect

ontstaat geen loontijdvak

Ontvangt een werknemer in een kalenderjaar geen tijdvakloon maar alleen een bijzondere beloning, dan ontstaat er geen loontijdvak door die uitbetaling. Er zijn over die beloning dan dus ook geen premies werknemersverzekeringen of inkomensafhankelijke bijdrage ZVW verschuldigd. Als er later in het jaar alsnog loontijdvakken ontstaan omdat de werknemer tijdvakloon ontvangt, telt de bijzondere beloning mee in de (cumulatieve) grondslag voor de premies en bijdrage, en kan er een inhaaleffect ontstaan.

Rekenvoorbeeld VCR inhaaleffect

loopt het aantal op

Stel dat de werknemer uit het vorige voorbeeld vanaf maand 4 wel weer loon ontvangt. Dan loopt het aantal cumulatieve loontijdvakken weer op en is er een inhaaleffect. Hoe dit zich vertaalt qua aanwas van de grondslag waarover de premies werknemersverzekeringen zijn verschuldigd, zie je hieronder (vanaf maand 2). Dezelfde bedragen zijn van toepassing voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW.

Premieloon Maximumpremieloon Grondslag cumulatief* Aanwas grondslag
Maand 2 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 12.380 € 12.644 € 12.380
Maand 3 € 5.500 - € 264
Cumulatief € 17.880 € 12.644 € 12.644
Maand 4 € 6.190 € 6.322 € 6.322
Cumulatief € 24.070 € 18.966 € 18.966
Maand 5 € 6.190 € 6.322 € 6.322
Cumulatief € 30.260 € 25.288 € 25.288

* De cumulatieve grondslag is het cumulatieve premieloon met als begrenzing het cumulatieve maximumpremieloon.

Meerdere

hangt van de situatie af

meenemen in jaar van loon

Heeft een werknemer meerdere dienstbetrekkingen tegelijk of na elkaar bij je onderneming, dan hangt het van de situatie af hoe je het (cumulatieve) maximumpremieloon en maximumbijdrageloon berekent. Bij bijvoorbeeld meerdere dienstbetrekkingen na elkaar met verschillende loontijdvakken, tel je voor het cumulatieve maximum de bedragen voor alle loontijdvakken bij elkaar op. Als de werknemer tegelijk bijvoorbeeld twee volledig overlappende dienstbetrekkingen met verschillende loontijdvakken van stel vier weken respectievelijk één week heeft, ga je voor het maximumpremie- en maximumbijdrageloon uit van een loontijdvak van vier weken (en tel je de lonen van de twee tijdvakken bij elkaar op).

Negatief

onvoldoende positief loon

verschilt

Negatief loon – zoals de terugbetaling van te veel ontvangen loon – kan leiden tot een negatief premieloon of negatief bijdrageloon als de werknemer onvoldoende positief loon heeft om mee te verrekenen. Het cumulatieve premieloon kan hierdoor ook negatief zijn, zodat er een negatieve grondslagaanwas ontstaat en negatieve premies werknemersverzekeringen. Het cumulatieve bijdrageloon mag echter niet negatief zijn, zodat er geen negatieve grondslagaanwas kan ontstaan en geen negatieve inkomensafhankelijke bijdrage ZVW. Op dit punt verschilt de berekening qua premies en bijdrage dus, zoals je in de twee kaders hierna kunt zien.

Rekenvoorbeeld VCR negatief loon - premies

terugbetalen

Stel dat de werknemer uit het vorige voorbeeld in maand 1 € 7.190 aan brutoloon moet terugbetalen. Hoe dit zich vertaalt over een periode van drie maanden qua aanwas van de grondslag waarover de premies werknemersverzekeringen moeten worden berekend, zie je hieronder. In maand 1 worden dus negatieve premies berekend.

Premieloon Maximumpremieloon Grondslag cumulatief* Aanwas grondslag
Maand 1 - € 1.000 € 6.322 - € 1.000
Cumulatief - € 1.000 € 6.322 - € 1.000
Maand 2 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 5.190 € 12.644 € 5.190
Maand 3 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 11.380 € 18.966 € 11.380

* De cumulatieve grondslag is het cumulatieve premieloon met als begrenzing het cumulatieve maximumpremieloon.

Rekenvoorbeeld VCR negatief loon - ZVW-bijdrage

geen negatieve bijdrage

Hoe de terugbetaling van € 7.190 aan brutoloon in maand 1 zich vertaalt over een periode van drie maanden qua aanwas van de grondslag waarover de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW moet worden berekend, zie je hieronder. Er wordt dus geen negatieve inkomensafhankelijke bijdrage ZVW berekend.

Premieloon Maximumpremieloon Grondslag cumulatief* Aanwas grondslag
Maand 1 - € 1.000 € 6.322 € 0
Cumulatief - € 1.000 € 6.322 € 0
Maand 2 € 6.190 € 6.322 € 5.190
Cumulatief € 5.190 € 12.644 € 5.190
Maand 3 € 6.190 € 6.322 € 6.190
Cumulatief € 11.380 € 18.966 € 11.380

* De cumulatieve grondslag is het cumulatieve premieloon met als begrenzing het cumulatieve maximumpremieloon.

53 weken

hangt af van uitbetaling

absolute jaarmaximum

apart

In 2020 had je er nog mee te maken en voor 2026 is dat ook weer het geval: een kalenderjaar dat 53 weken telt. Hoe je hiermee moet omgaan – bij dienstbetrekkingen die het hele jaar bestaan en per vier weken worden uitbetaald – hangt af van de uitbetaling van het loon over die 53e week (gerekend met de bedragen die voor 2025 gelden):

  • uitbetaling vindt plaats samen met het loon over week 49 tot en met week 52: omdat je tot en met de 12e vierwekenperiode al met een cumulatief maximumpremieloon en maximumbijdrageloon hebt gerekend van € 70.028,28 (12 x € 5.835,6), hoef je vanwege het absolute jaarmaximum van € 75.864,00 voor de laatste periode (van vijf weken) nog over slechts maximaal € 5.835,72 premies en bijdrage te berekenen;
  • uitbetaling vindt apart plaats: je rekent al met een cumulatief maximumpremieloon en maximumbijdrageloon van € 75.863,97 (13 x € 5.835,69), dus voeg je vanwege het absolute jaarmaximum van € 75.864,00 voor de 53e week nog slechts € 0,03 aan de cumulatieven toe.

Jaaroverstijging

Als een loontijdvak een jaar overstijgt – zoals bij een jaaruitkering – moet je dat tijdvak ter bepaling van het cumulatieve maximumpremieloon en maximumbijdrageloon meenemen in het jaar van het genietingsmoment van het loon, met de dan geldende maxima.

Dus als een werknemer bijvoorbeeld in november 2025 een uitkering ontvangt over de periode november 2024 tot en met oktober 2025, moet je in uitbetalingsmaand november 2025 rekening houden met de huidige jaarmaxima van het premie- en bijdrageloon.

Als (bijzonder) loon de jaargrens overschrijdt waarbij er geen loontijdvak in het nieuwe jaar ontstaat – zoals bij een nabetaling van vakantiebijslag aan een ex-werknemer het geval is – is je onderneming geen premies en bijdrage over dat loon verschuldigd.

Percentages

afronding is anders

Over de berekende aanwas van de grondslag bereken je vervolgens de betreffende percentages aan premies werknemersverzekeringen (zie hoofdstuk 5) en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW (zie hiervoor) voor dat tijdvak. Hierbij rond je de premies en bijdrage af op twee decimalen, in het voordeel van je onderneming.

evenredig

De afronding is anders bij samenloop van de hoge en lage premie Awf en bij samenloop van de hoge en lage premie Aof. In die gevallen moet je rekenkundig afronden op twee decimalen. Als het gebeurt dat het loon van een werknemer in een bepaald loontijdvak deels onder de hoge en deels onder de lage premie Awf of Aof valt, moet je bovendien het hoge respectievelijk lage premiepercentage toepassen op een evenredig deel van de totale aanwas van de betreffende grondslag.

Het evenredige deel bereken je door het premieloon voor het hoge percentage Awf/Aof respectievelijk het premiedeel voor het lage percentage Awf/Aof te delen door het totale loon voor de werknemersverzekeringen, en dit te vermenigvuldigen met de totale grondslagaanwas.

Bovenmatig

tweede baan

Het kan zijn dat het totale premieloon of bijdrageloon van een werknemer boven het maximumpremieloon of maximumbijdrageloon uitkomt, zonder dat je onderneming dit weet. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de werknemer een tweede baan heeft bij een andere onderneming, zonder dat je daarvan op de hoogte bent.

brief van de fiscus

eigen berekeningen

Als dat het geval is, betaalt de Belastingdienst de bovenmatige premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) die je onderneming heeft betaald automatisch terug na afloop van het jaar. Je onderneming ontvangt een brief van de fiscus over zo’n teruggaaf. De Belastingdienst bepaalt hiervoor eerst per werknemer het totale premieloon en bijdrageloon waarover al zijn werkgevers premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW hebben betaald, en daarna hoeveel je onderneming daadwerkelijk heeft betaald en of dit klopt met de eigen berekeningen. Was dit bovenmatig, dan krijgt je onderneming dat bedrag terug.