3.1 Eten en drinken
voorwaarden
Rond eten en drinken voor werknemers kan onder voorwaarden zowel een nihilwaardering als een gerichte vrijstelling gelden.
Consumpties
op de werkplek
onder werktijd of niet
Voor op de werkplek verstrekte consumpties die geen deel uitmaken van een maaltijd geldt een nihilwaardering. Het gaat hier om zaken als frisdrank, koffie, thee, fruit, snacks, soep of andere tussendoortjes van geringe waarde. Als de consumpties onderdeel van een maaltijd vormen, gelden er andere regels (zie de volgende pagina). Voor de nihilwaardering van consumpties maakt het niet uit of je organisatie ze onder werktijd verstrekt aan de werknemers of niet, zolang de verstrekking maar op de werkplek plaatsvindt.
Een vergoeding voor consumpties op de werkplek is nooit onbelast. Zo’n vergoeding moet je of als belast loon voor de werknemer of als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte verwerken.
Evenement
locatie is bepalend
onbelast
externe locatie
Bij een personeelsevenement zoals een personeelsfeest, sinterklaas- of kerstfeest, receptie en dergelijke is de locatie bepalend voor hoe je de consumpties voor de loonheffingen moet behandelen:
- Bij een evenement op de werkplek zijn de daar aan de werknemers (en eventueel hun partners en kinderen) verstrekte consumpties onbelast. Dit geldt ook voor werknemers van andere locaties, kantoren of vestigingen van je onderneming en voor werknemers van werkgevers met wie je onderneming de concernregeling toepast.
- Bij een evenement op een externe locatie bij een derde zijn de verstrekte consumpties loon voor de werknemer of desgewenst eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte.
Bij een extern evenement waarbij het zakelijke karakter vooropstaat en het feestelijke karakter slechts van bijkomstig belang is, zijn de consumpties onbelast. Je hoeft de kosten dan niet te splitsen in zakelijk en consumptief.
Maaltijden
zakelijk karakter
Voor de verstrekking van (en vergoeding voor) maaltijden – inclusief de consumpties die daar deel van uitmaken – geldt een gerichte vrijstelling als de maaltijd een meer dan bijkomstig zakelijk karakter heeft of deze onderdeel is van tijdelijk verblijf van de werknemer. Je moet de verstrekking (of vergoeding) bovendien als eindheffingsloon aanwijzen, maar door de vrijstelling gaat dit niet ten koste van de vrije ruimte van je onderneming.
overwerk
Van een meer dan bijkomstig zakelijk karakter is in elk geval sprake als de werknemer door zijn werk niet tussen 17.00 en 20.00 uur thuis kan eten. Of als hij na 20.00 uur niet thuis kan eten door al dan niet verwacht overwerk. Verder heeft een maaltijd een meer dan bijkomstig zakelijk karakter bij werk op koopavonden, therapeutisch mee-eten en werkzaamheden aan boord van boorplatforms, kermiswagens, schepen en vliegtuigen.
dienstreizen
besprekingen
Van maaltijden als onderdeel van tijdelijke verblijfskosten is sprake bij dienstreizen, bij reizen van mobiele en ambulante werknemers, bij reizen tussen een tijdelijke verblijfsplaats en de werkplek vanwege zakelijke redenen om (nog) niet bij de werkplek te gaan wonen, bij werkzaamheden op niet-permanente locaties, zoals bij wegenbouw en het maken van een film en bij zakelijke besprekingen met klanten buiten de vaste werkplek.
Bij vergoeding van een zakelijke maaltijd mag je de werkelijke kosten onbelast vergoeden of het normbedrag voor kantinemaaltijden aanhouden. Dat normbedrag van € 3,95 per maaltijd (2025) geldt ongeacht waar de werknemer de kosten maakt, zoals een restaurant of supermarkt.