10.2 Transitievergoeding
initiatief onderneming
Bij een uitdiensttreding op initiatief van je onderneming ben je de werknemer meestal een transitievergoeding verschuldigd. Dat speelt niet alleen als je onderneming een werknemer ontslaat, maar ook bij het niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Soms is er geen transitievergoeding verschuldigd ook al ligt het initiatief voor het vertrek bij je onderneming. Dat is bijvoorbeeld het geval bij pensioenontslag, ernstig verwijtbaar gedrag van de werknemer of als hij nog geen 18 jaar is en gemiddeld hooguit 12 uur per week werkte.
Hoogte
per heel jaar dienstverband
omrekenen
De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van het maandsalaris van de werknemer en de duur van zijn dienstverband. De werknemer heeft recht op 1/3 van zijn maandsalaris per heel jaar dienstverband (vanaf de eerste werkdag). Voor de vergoeding over de rest van het dienstverband geldt deze formule: (brutosalaris restant dienstverband ÷ brutomaandsalaris) × (1/3 brutomaandsalaris ÷ 12). Je gebruikt deze formule ook als het dienstverband korter heeft geduurd dan een jaar. Als je onderneming het loon per week of per vier weken betaalt, moet je dit eerst omrekenen naar een maandsalaris door te vermenigvuldigen met 52 dan wel 13 en vervolgens te delen door 12.
in zo’n geval
Stel dat een werknemer in zijn proeftijd wordt ontslagen na zeven dagen te hebben gewerkt. Het brutosalaris over deze zeven dagen is € 1.100. De transitievergoeding bedraagt dan (€ 1.100 ÷ € 1.100) × ((1/3 × € 1.100) ÷ 12 =) € 30,56. Je gaat in zo’n geval dus voor het brutomaandsalaris uit van het loon dat de werknemer heeft ontvangen over de dagen van het dienstverband.
ten einde
vertrekkende werknemer
kosten in mindering brengen
Een ander voorbeeld: stel een arbeidsovereenkomst komt na zes jaar en tien dagen ten einde op initiatief van je onderneming. De vertrekkende werknemer had een brutomaandsalaris van € 3.300 (uurloon € 23) en werkte acht uur per dag. De transitievergoeding bedraagt dan 6 × (1/3 × € 3.300) voor de hele jaren + ((10 × 8 × € 23) ÷ € 3.300) × (€ 1.100 ÷ 12) voor het restant dienstverband = € 6.600 + € 51,11 = € 6.651,11.
Overigens mag je onderneming onder voorwaarden bepaalde kosten op de transitievergoeding in mindering brengen, zoals outplacement-, scholings- en inzetbaarheidskosten.
Praktijk
in de praktijk
Berekening van de transitievergoeding over het resterende deel van een dienstverband is, zoals je hiervoor al zag, omslachtig. Daarom worden in de praktijk andere, eenvoudigere berekeningen aangehouden voor (met name) de vergoeding over een (restant) dienstverband van geen heel jaar. Zulke berekeningen gaan niet uit van de verhouding tussen het verdiende en te verdienen salaris voor die (laatste) periode, maar bijvoorbeeld van de verhouding tussen het aantal gewerkte maanden of dagen in vergelijking met een heel werkjaar, en vermenigvuldigen die verhouding met 1/3 brutomaandsalaris.
Op rendement.nl/salarisdossier vind je een handige tool om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen (volgens de voorgeschreven wijze).
juiste duur
Aan de transitievergoeding is een maximum verbonden: € 98.000 (bedrag 2025). Als het jaarsalaris van de werknemer hoger is dan dit bedrag, geldt zijn brutojaarsalaris als maximum voor de verschuldigde vergoeding.
Dienstverband
juiste maandsalaris
tellen niet mee
Bij berekening van de transitievergoeding is het van belang dat je van de juiste duur van het dienstverband uitgaat. Hierbij begin je met tellen vanaf de eerste dag van het dienstverband, dus ook de eventuele proeftijd telt mee. Als de werknemer eerder in andere vorm – bijvoorbeeld als uitzendkracht – dezelfde werkzaamheden voor je onderneming verrichtte en er sprake is van zogeheten opvolgend werkgeverschap, tel je die periode erbij op. Als het dienstverband een keten van opeenvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten bevat, tellen voorgaande overeenkomsten met een tussenpoos van langer dan zes maanden niet mee als dienstverband voor de transitievergoeding.
gelden als dienstverband
Dus stel dat een werknemer een jaar in dienst was, en daarna zeven maanden niet. Vervolgens kwam hij weer in dienst voor de periode van een jaar en aansluitend voor weer een jaar. Bij het niet verlengen van die laatste arbeidsovereenkomst gelden alleen de laatste twee arbeidsovereenkomsten als dienstverband voor de transitievergoeding, en reken je dus met twee jaar.
Grondslag
Bij berekening van de transitievergoeding is het ook van belang dat je van het juiste maandsalaris uitgaat. Hiervoor moet je het afgesproken brutoloon per maand verhogen met een maandelijks deel – oftewel 1/12 van het jaarbedrag – van:
- de vakantiebijslag;
- de vaste eindejaarsuitkering;
- de overeengekomen vaste looncomponenten (zoals structurele overwerkvergoedingen en vaste ploegentoeslagen);
- de overeengekomen variabele looncomponenten (zoals bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen waarvan het bedrag vooraf niet bekend is).
Werknemers kunnen een niet-betaalde transitievergoeding via de kantonrechter opeisen. Dat is mogelijk tot drie maanden na het einde van hun arbeidsovereenkomst.