2.2 Nettoloonafspraak
systematiek
De systematiek van de loonheffingen is gericht op een traject van bruto naar netto, zoals je in de vorige paragraaf ook hebt kunnen zien. Soms spreken werkgevers echter een nettoloon met werknemers af. Dat houdt in dat de werknemer het afgesproken bedrag netto ontvangt en de werkgever de loonheffingen over het bijbehorende (berekende) brutoloon voor zijn rekening neemt.
Bruteren
omgekeerde berekening
Als je onderneming een nettoloonafspraak met een werknemer heeft gemaakt, moet je feitelijk een omgekeerde loonberekening maken, om het afgesproken nettoloon tot een brutoloon te herleiden. Dat brutoloon heb je immers nodig om te weten over welk loon je de verschuldigde loonheffingen moet berekenen. Die omgekeerde loonberekening is het zogeheten bruteren. Bruteren is geen eenvoudige klus, tenzij je over salarissoftware beschikt die deze berekening voor je maakt. Als je echter zelf moet bruteren, moet je bij het afgesproken nettoloon de betreffende loonheffing optellen om tot het bijbehorende brutoloon te komen.
Bij een nettoloonafspraak vul je in kolom 3 van de loonstaat (Loon in geld) het (berekende) brutoloon in, ook al is er dus een nettobedrag aan loon afgesproken. Verder vul je in de loonaangifte bij de werknemersgegevens in de rubriek Contractloon het afgesproken nettoloon in.
Procedure
schatting
uitkomst
Om een nettoloon te bruteren, kun je een schatting maken van het brutoloon waarmee je verwacht uiteindelijk uit te komen op het met de werknemer afgesproken nettoloon. Met dit geschatte brutoloon maak je vervolgens een bruto-nettoberekening. Het verkregen nettoloon trek je af van het afgesproken nettoloon. Die uitkomst bepaalt hoe je verder gaat:
- Bij een positief verschil trek je dit bedrag van het geschatte brutoloon af.
- Bij een negatief verschil tel je dit bedrag juist bij het geschatte brutoloon op.
nieuwe brutoloon
Met dit nieuwe brutoloon maak je opnieuw een bruto-nettoberekening en herhaal je de hele procedure, net zo lang tot je met de bruto-nettoberekening precies uitkomt op het met de werknemer afgesproken nettoloon. Dan heb je dus het juiste bijbehorende brutoloon achterhaald.
Rekenvoorbeeld bruteren nettoloon
start proces
positief verschil
Stel dat je onderneming een nettoloon per maand afspreekt van € 1.500 met een werknemer van 26 jaar die in Nederland woont en de loonheffingskorting bij je onderneming laat toepassen (zie ook paragraaf 2.3). Je start het proces van bruteren dan bijvoorbeeld met een brutoloon van 110% van dit bedrag. Met behulp van de witte maandtabel voor inwoners van Nederland kom je in vier stappen tot het bijbehorende brutoloon:
Hoger
meer werken
Het plaatje ziet er anders uit als de werknemer géén loonheffingskorting (meer) bij je onderneming laat toepassen (zie ook paragraaf 2.3). Er is dan immers (in het vervolg) een hoger brutoloon nodig om tot het afgesproken nettoloon te komen, in het voorbeeld van hiervoor bijna € 780 hoger. En dat betekent dat de werkgeverslasten zijn verschuldigd over een (veel) hoger brutoloon!
Of denk aan de situatie dat een werknemer met wie een nettoloon per uur is afgesproken, meer gaat werken. Als hij hierdoor in een hogere belastingschijf valt, kunnen de kosten van je onderneming ook flink oplopen.