U bent hier

6.3 Onbewuste effecten

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2021

De stereotypen die rondwaren in de maatschappij hebben allerlei effecten op mensen. Hieronder leest u over een aantal van deze effecten.

6.3.1 Homogeniseringseffect

verschillen

Er is een interessant fenomeen dat uw beeld van een individu kan vertroebelen: het homogeniseringseffect. Dat wil zeggen dat u wel de verschillen in uw eigen groep ziet, maar niet de verschillen in een andere groep. Die groep is homogeen en de groepsleden zijn allemaal hetzelfde.

Veel Europeanen vinden dat Aziaten op elkaar lijken, veel Aziaten vinden dat Europeanen op elkaar lijken. Het gaat er uiteraard om dat u aandacht heeft voor het individu en als u daar tijd en energie in stopt, kunt u prima zien dat het individu uniek is.

6.3.2 Overschatting en onderschatting

De verschillen binnen groepen zijn vele malen groter dan de verschillen tussen groepen. De verschillen tussen groepen worden bovendien ook nog eens schromelijk overschat.

Het effect van onderschatting en overschatting op basis van stereotypen is één van de oorzaken van discriminatie en kan daarmee ook een oorzaak zijn van ongelijke beloning. Het kan er in de werving en selectie voor zorgen dat u sollicitanten over het hoofd ziet.

overschatting

ongelijke ­beloning

Dat overschatting gevolgen heeft voor het werk, blijkt onder andere uit de onderzoeken die het College in 2011 deed naar beloningsverschillen in ziekenhuizen. Vaak werden vrouwelijke werknemers wel juist ingeschaald conform de cao, maar waren het de mannelijke werknemers die profiteerden van de extraatjes. Recent werd in een oordeel over ongelijke beloning ook vastgesteld dat een man onterecht meer verdiende dan zijn vrouwelijke collega, terwijl de twee gelijkwaardig werk verrichtten.

Vrouwelijke werknemer onderschat

geslacht

arbeid

Een vrouw werkte als medior arbeidsdeskundige in schaal 10. Haar mannelijke collega was een jaar later aangesteld als senior arbeidsdeskundige in schaal 11. De vrouw stelde dat er sprake was van discriminatie op grond van geslacht, omdat de man een hogere beloning ontving terwijl ze dezelfde taken uitvoerden. De werkgever zei dat de functies niet vergelijkbaar waren en dat er daarom geen sprake was van discriminatie, maar hij kon geen bewijs aanvoeren. Daarom stelde het College vast dat de taken van de vrouw en haar collega gelijkwaardig waren. Het draaide daarbij om de arbeid die beide werknemers daadwerkelijk verrichtten, niet om de functietitel of wat er werd verwacht van een werknemer.

Onderschat

capaciteiten

Dit leverde een vermoeden op dat het verschil in beloning werd veroorzaakt door geslacht. Een werkgever kan zo’n vermoeden weerleggen door aan te tonen dat er objectieve beloningsmaatstaven zijn toegepast. De werkgever stelde dat de taken van de mannelijke collega zwaarder waren, maar onderbouwde dit niet voldoende. Ook het ontbreken van een bepaald diploma bij indiensttreding van de vrouw kon het huidige verschil in beloning niet verklaren. Het College concludeerde daarom dat er sprake was van ongelijke beloning op grond van geslacht. De werkgever kon niet uitsluiten dat onbewuste aannames over het hoger inschatten van de capaciteiten van deze mannelijke collega een rol hadden gespeeld bij de hogere beloning. De waarde van de werkzaamheden van de vrouw werden in dit geval dus onderschat.

CRM, 29 april 2021, oordeelnummer: 2021-50