U bent hier

10. Overeenstemmingsrecht: het sterkste recht

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: augustus 2022

Het sterkste recht van de medezeggenschap is niet in de WOR geregeld, maar in een aantal andere wetten. Waar de bestuurder bij het instemmingsrecht nog de kantonrechter kan inschakelen, heeft hij bij het overeenstemmingsrecht namelijk geen beroepsmogelijkheid meer. Bereikt hij geen overeenstemming met uw OR over zijn voorgenomen besluit, dan is uw ‘nee’ dus een definitief ‘nee’. Dat geeft uw OR een sterke onderhandelingspositie, en dat is niet voor niets.

voorwaarde

De rechten van werknemers zijn in verschillende wetten vastgelegd. Uw bestuurder mag daar niet zomaar aan tornen. Alleen in uitzonderlijke gevallen heeft hij de mogelijkheid om af te wijken van de regelingen die zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet (ATW), de Wet flexibel werken (voorheen de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA)), de Arbowet en de Wet arbeid en zorg (WAZO). Daarvoor geldt wel een strenge voorwaarde: de cao moet deze mogelijkheid bieden én de bestuurder heeft hierover schriftelijk overeenstemming bereikt met de OR of personeelsvertegenwoordiging (PVT). Wanneer het overeenstemmingsrecht van kracht is, staat in de genoemde wetten. U vindt dit recht dus niet terug in de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

Ook al lijken de termen ‘instemmingsrecht’ en ‘overeenstemmingsrecht’ op elkaar, er is een belangrijk verschil tussen die twee. Anders dan bij het instemmingsrecht, is het bij het overeenstemmingsrecht voor uw bestuurder niet mogelijk om in beroep te gaan tegen de beslissing van uw OR. Ook niet via de bedrijfscommissie of kantonrechter. Het...
De wet geeft de werkgever dus de mogelijkheid om ten nadele van werknemers af te wijken van de algemeen geldende regels, als de OR het daarmee eens is. Dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Sterker nog, waarom zou uw OR akkoord gaan met iets dat nadelig werkt voor de achterban? De ondernemingsraad heeft juist tot taak erop toe te zien dat de...