2.2 Afschrijvingsregels bedrijfsmiddelen
gebruiks- patroon
verkoopwinst
boekwaarde
De afschrijving hangt af van het verwachte gebruikspatroon van het bedrijfsmiddel, de verwachte economische levensduur en de eventuele restwaarde. Voor de bedrijfsmiddelen die je inzet voor de dagelijkse gang van zaken, zoals inventaris, machines, auto’s en computers, geldt dat je over het aanschafbedrag maximaal 20% per jaar mag afschrijven. Dit komt neer op een minimale afschrijvingstermijn van vijf jaar. Een kortere afschrijvingsperiode dan vijf jaar is niet mogelijk. Als de verkoopwinst lager is dan de boekwaarde komt het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwinst ten laste van de winst. Als de verkoopwinst hoger is dan de boekwaarde geldt een herinvesteringsreserve of boekwinst. Wordt het bedrijfsmiddel voor het eind van de afschrijvingstermijn buiten gebruik gesteld, bijvoorbeeld bij vervanging, dan komt de boekwaarde alsnog ten laste van de winst.
2.2.1 Moment van ingebruikname
De afschrijving van een bedrijfsmiddel begint vanaf het moment van ingebruikname. Is dit ergens halverwege het jaar, dan moet de afschrijving over de aanschafprijs naar evenredigheid plaatsvinden. Koop je bijvoorbeeld op 1 april 2025 een nieuwe laptop van € 1.500 voor je onderneming, dan mag je over dit eerste jaar maar (9/12 x 20% x € 1.500) € 225 afschrijven op de laptop.
2.2.2 Commerciële afschrijving
afschrijvingsregels
Er gelden ook afschrijvingsregels voor goodwill, voor overige bedrijfsmiddelen en voor gebouwen. Een voorbeeld: een koffietentje koopt een nieuwe Italiaanse espressomachine voor een bedrag van € 44.000. De restwaarde wordt gesteld op 10% ofwel € 4.400. De commerciële afschrijvingstermijn is vier jaar, de fiscale afschrijvingstermijn vijf jaar. Dit levert het onderstaande schema met verschillen op.
Jaarlijkse afschrijving en boekwaarde
| Jaar | Commercieel | Fiscaal | Winst- verschil |
| Aanschafwaarde | € 44.000 | € 44.000 | |
| Afschrijving 1 | € 9.900 | € 8.000 | € 1.900 |
| Boekwaarde | € 34.100 | € 36.000 | |
| Afschrijving 2 | € 9.900 | € 8.000 | € 1.900 |
| Boekwaarde | € 24.200 | € 28.000 | |
| Afschrijving 3 | € 9.900 | € 8.000 | € 1.900 |
| Boekwaarde | € 14.300 | € 20.000 | |
| Afschrijving 4 | € 9.900 | € 8.000 | € 1.900 |
| Boekwaarde | € 4.400 | € 12.000 | |
| Afschrijving 5 | € 0 | € 8.000 | - € 8.000 |
| Boekwaarde | € 4.000 | € 4.000 | |
| Totaal verschil | € 0 |
2.2.3 Tweedehands bedrijfsmiddel
Je kunt ook kiezen voor een busje dat je na vijf jaar overneemt uit de lease. Of een machine uit een failliete boedel. De fiscus hanteert geen aparte regels voor tweedehands bedrijfsmiddelen, zogenoemde occasions. Ook hiervoor geldt een maximale jaarlijkse afschrijving van 20% (van de aanschafkosten) en fiscale afschrijvingstermijn van minimaal vijf jaar. Ook al is bij een tweedehands bedrijfsmiddel al meteen duidelijk dat deze afschrijvingstermijn veel te ruim is, dan nog moet je in vijf jaar afschrijven. Wel kan in dit soort situaties de afwaardering op lagere bedrijfswaarde mogelijk uitkomst bieden. Ben je van mening dat de op de (fiscale) balans getoonde waarde van een bedrijfsmiddel te hoog is, dan kun je deze waarde naar beneden bijstellen. Zo kun je een verouderde computer die je alleen bewaart vanwege de oude gegevens die erop staan, uiteindelijk afwaarderen tot een bedrijfswaarde van nihil, in plaats van een restwaarde van 10% te hanteren. Maar het zal niet bij alle bedrijfsmiddelen makkelijk zijn de Belastingdienst ervan te overtuigen dat de waarde daadwerkelijk lager is.
Levensduur en restwaarde
winst-en- verliesrekening
Is de verwachte levensduur korter dan vijf jaar, dan is de commerciële afschrijving hoger dan het fiscaal toegestane maximum van 20% van de aanschafkosten. In dat geval ben je voor de winst-en-verliesrekening gedwongen de commerciële afschrijving aan te houden. Dit probleem speelt niet bij bedrijfsmiddelen waarvan de commerciële levensduur gelijk is aan of langer is dan vijf jaar. De fiscale regels lopen in dat geval qua afschrijving synchroon met de commerciële afschrijving. Deze methodes vind je terug in de onderstaande afschrijvingsregels:
- In eerste instantie bereken je de jaarlijkse afschrijvingslast op basis van de verwachte economische levensduur én rekening houdend met de restwaarde.
- Bij een commerciële levensduur van meer dan vijf jaar, bedraagt de commerciële afschrijving minder dan 20% van de aanschafkosten en kan de fiscale afschrijving de commerciële afschrijving volgen.
economisch nut
In principe bepaalt de gebruiksduur de technische levensduur van het bedrijfsmiddel. Je mag echter uitgaan van de economische levensduur als deze korter is dan de technische levensduur. De economische levensduur eindigt als het bedrijfsmiddel geen economisch nut meer heeft voor jou, ook al is het apparaat technisch nog in goede staat.