U bent hier

Onderneming & Administratie
Risicomanagement6. Fiscale risicobeheersing inrichten6.5 Interne beheersing en horizontaal toezicht

6.5 Interne beheersing en horizontaal toezicht

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: april 2025

Zoals je aan het begin van dit hoofdstuk kon lezen vermindert de controlenoodzaak bij de Belastingdienst door het adequaat afdekken van de fiscale risico’s. Hoe verder de risico­beheersing gaat, hoe minder controlenoodzaak.

Steekproeven

horizontaal toezicht

Het inzetten van steekproeven met inachtneming van de methodiek van de Belastingdienst, kan daarbij een belangrijke troef zijn (zie paragraaf 6.4). Dit is in het bijzonder het geval als de onderneming deelneemt aan het horizontaal toezicht.

Het is beleid van de Belastingdienst om altijd eerst in overleg te treden voordat wordt overgegaan op controlehandelingen. Het doel van horizontaal toezicht is om de kwaliteit van belastingaangiften te behouden of zelfs te verbeteren door goede samenwerking.

Externe controle

oordeel

Beschikt de onderneming niet over een interne auditafdeling die de capaciteiten heeft tot het uitvoeren van steekproeven, of op een onafhankelijke manier de derdelijnsfunctie kan vervullen, dan is het aan te raden om daarvoor een gespecialiseerde partij in te schakelen. Na een externe controle zou je bijvoorbeeld een ‘tax assurance statement’ kunnen overleggen aan de Belastingdienst. Daarmee toon je aan dat een derde partij een oordeel heeft geveld over de juistheid van de aangifte. Daarnaast kun je de externe review meenemen in het monitoringsrapport en de beheersmaatregelen aanpassen aan de bevindingen.