7.2 Beperkingen van functiewaarderingssystemen
objectief
In veel organisaties zijn traditionele functiewaarderingssys-temen (analytisch en niet-analytisch) al jarenlang de norm bij het rangordenen van functies en het bepalen van beloningsniveaus. Deze systemen zijn zorgvuldig opgebouwd en gebaseerd op vaste criteria als kennisniveau, complexiteit, zelfstandigheid en afbreukrisico. Ze beogen een objectieve en rechtvaardige basis te bieden voor het beloningsbeleid. Toch sluiten deze systemen niet altijd goed aan bij de complexiteit en dynamiek van de organisatiepraktijk. Functies zijn vastgelegd in gestandaardiseerde formats die weinig ruimte laten voor nuance of organisatiespecifieke verschillen. De veronderstelde objectiviteit blijkt dan in hoge mate afhankelijk van interpretatie en context, wat de toepassing in de praktijk bemoeilijkt.
Afhankelijk
afhankelijkheid
Een ander aandachtspunt is dat functiewaardering vaak alleen volledig toepasbaar is met hulp van gecertificeerde adviseurs. De methodiek is doorgaans niet vrij beschikbaar en vergt een specifieke expertise, wat leidt tot een zekere afhankelijkheid van externe partijen. Daarmee verschuift de verantwoordelijkheid voor het waarderen en belonen naar buiten de organisatie.
Organisaties ervaren functiewaardering vaak als een ‘black box’: moeilijk uit te leggen aan zowel werknemers als leidinggevenden. Dit maakt gesprekken over groei en ontwikkeling lastig, terwijl juist transparantie belangrijk is nu werknemers meer regie vragen over hun loopbaan.
Bij traditionele systemen ontbreekt het vaak aan flexibiliteit. Voor organisaties met een stabiele functiestructuur is dat geen probleem. Maar als rollen en verantwoordelijkheden steeds wijzigen, kan een andere methodiek de voorkeur hebben.