3.5 Gegevens woon-werkmobiliteit

ritregistratie

Wat betreft het woon-werkverkeer hebben organisaties vaak geen volledige administratie tot hun beschikking. Methoden die helpen om de benodigde gegevens te verzamelen zijn de ritregistratie en een jaarlijkse enquête. Steeds vaker laten dienstverleners de woon-werkmobiliteit via een app of mobiliteitskaart registreren. De betreffende dienstverlener kan dan het overzicht aanleveren. De groep werknemers die de app gebruikt, moet wel groot genoeg zijn om een goede vertegenwoordiging te vormen voor de hele organisatie.

3.5.1 Opstellen van de enquête

brandstof

Vraag bij het opstellen van de enquête naar gegevens zoals:

• postcode van de woon- en werklocatie;
• afgelegde afstand voor woon-werkverkeer (heen en terug);
• hoofdvervoermiddel (en eventueel brandstof);
• of het vervoermiddel privébezit is of beschikbaar wordt gesteld door de werkgever.

3.5.2 Uitzetten van de enquête

reguliere ­werkweek

Zorg voor een representatieve steekproef van je werknemers. Het is belangrijk dat zowel het kantoor- als het buitendienstpersoneel voldoende zijn vertegenwoordigd. Voer de enquête bij voorkeur uit in een reguliere werkweek, het liefst in de maanden maart-mei of september-november, omdat er dan een gemiddeld weerpatroon is en minder feest- of vakantiedagen.

3.5.3 Analyseren van de resultaten

juistheid

peildatum

Controleer de ingevulde enquêtes op volledigheid en juistheid. Bereken vervolgens de jaartotalen door de vastgestelde weekgegevens met 45 (gemiddeld aantal werkweken per jaar) te vermenigvuldigen voor een volledig jaartotaal. Dat deel je door het aantal werknemers dat de enquête heeft ingevuld en vermenigvuldig je weer met het totaal aantal werknemers op de peildatum (voor 2025: 1 januari 2025). Deze gegevens gebruik je voor je WPM-rapportage.