8.5 Voortgang stagiair monitoren en begeleiden
vakkennis
Tijdens de stage krijgt een stagiair begeleiding op de werkvloer. Bij een erkend leerbedrijf begeleidt de praktijkopleider de stagiair (zie hoofdstuk 2). De praktijkopleider moet vakkennis hebben en over vaardigheden beschikken om mbo-studenten te begeleiden bij hun leerproces. Dit is nodig om de stagiairs te kunnen bijsturen, te coachen en te motiveren. Daarnaast moet hij stagiairs objectief en eerlijk kunnen beoordelen. Deze vaardigheden zijn ook handig bij de begeleiding van stagiairs uit het hbo en wo.
Initiatief
lesmateriaal
De praktijkopleider begeleidt dus stagiairs en leer-werkstudenten bij hun leerproces, maar hij verwacht ook eigen initiatief van hen. In het lesmateriaal voor de beroepspraktijkvorming van een aantal mbo-opleidingen is de WISH-methode opgenomen. Met deze methode leren studenten hun leeractiviteiten zelf te sturen.
Doelen stellen met de WISH-methode
doelen
Het uitgangspunt van de WISH-methode is dat studenten een actieve, zelfsturende rol hebben in hun stage of beroepspraktijkvorming (BPV), zodat ze beter voorbereid starten en ook meer halen uit leren op de werkplek. De methode leert studenten in vier stappen doelen te stellen en te anticiperen op mogelijke obstakels. De beginletters in het woord ‘WISH’ staan voor de te nemen stappen: Wensen – Inbeelden – Struikelblokken – Handelen.
Inbeelden
korte termijn
actie
In de WISH-methode gaan studenten onder begeleiding van hun praktijkopleider en/of docent aan de slag met hun doelen en wensen die zich bij voorkeur op de korte termijn richten. De student stelt zich een doel en maakt een concrete beschrijving van zijn wens, beeldt zich vervolgens in zijn doel succesvol te hebben bereikt, denkt na over eventuele struikelblokken en bedenkt welke actie hij kan nemen als dit knelpunt zich voordoet.
Ontwikkeling
gedrag
De praktijkopleider maakt door het gebruik van de WISH-methode samen met de student een concreet stageplan. Dit stageplan kan als basis dienen om de voortgang van de stagiair te monitoren. Om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen over het gedrag en de competenties van de student kan de praktijkopleider het WAKKER-principe aanhouden. De praktijkopleider kan de ontwikkeling van de stagiair stimuleren door gebruik te maken van 360-gradenfeedback, waarbij direct betrokkenen ook input geven.
Met 360-gradenfeedback breng je in kaart op welke punten de stagiair zich nog kan ontwikkelen. Een voorbeeldformulier en een stappenplan van het WAKKER-principe staan op rendement.nl/hrdossier.