U bent hier

4.2 Wat zijn de arbo-eisen aan een thuiswerkplek?

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: februari 2021

onmisbaar

Een aantal zaken zijn vanzelfsprekend onmisbaar voor een werknemer. U ziet ze opgesomd in de afbeelding hieronder.

Arbowet

Arbobesluit

Arboregeling

Voor arboregels voor het goed inrichten van een (thuis)werkplek kunt u zich allereerst wenden tot de arbowetgeving. Die bestaat uit drie niveaus:

  • Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet): het algemeen wettelijk kader voor arbeidsomstandigheden.
  • Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit): algemene uitwerking van de Arbowet, waarin u eisen vindt over de werkplekinrichting en de werkomgeving.
  • Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling): uitwerking van bepaalde onderdelen van het Arbobesluit. In hoofdstuk 5 van het Arbobesluit staan de voorschriften voor beeldschermwerk.

twee bronnen

In het Arbobesluit staat dat een thuiswerkplek moet voldoen aan de ergonomische beginselen. Wat die beginselen inhouden, vindt u niet terug in een wettelijke regeling. Daarvoor kunt u zich wenden tot de volgende twee bronnen:

  • arbocatalogus van uw branche;
  • NEN-normen.

NEN-normen helpen bij inrichting (thuis)werkplek

Veel arbocatalogi verwijzen naar NEN-normen: een nadere uitwerking van de wet- en regelgeving. Ook als ze niet in de arbocatalogus staan, kunnen deze NEN-normen houvast geven bij de inrichting van de (thuis)werkplek.

Ergonomie

Het Nederlands Normalisatie-Instituut (NEN) onder-zoekt op verzoek van een belanghebbende partij – denk aan een overheidsinstantie, een dienstverlener of een ondernemer – of er in een bepaalde situatie een vaste set regels kan worden gemaakt.

NPR 1813

Een belangrijke NEN-norm voor het inrichten van de (thuis)werkplek is NPR 1813, ergonomie – richtlijn voor de toepassing van kantoormeubelen en werkplekaccessoires. Let op: veel NEN-normen kunt u niet gratis inzien.

cruciaal

Veel werknemers hebben op de thuiswerkplek een bureau, een bureaustoel, een voetensteun, een beeldscherm, een toetsenbord en een muis nodig. Hieronder vindt u de regels en voorschriften voor deze zaken.

4.2.1 Bureaus

Een goed afgestelde tafel is cruciaal. Een te laag bureau leidt tot een gebogen werkhouding en mogelijke rugklachten. Een te hoge tafel daarentegen kan klachten aan nek en schouders tot gevolg hebben, omdat de werknemer zijn schouders optrekt. Bureaus moeten voldoen aan NPR 1813.

Voorschriften uit richtlijn NPR 1813

standaarden

Een bureau moet volgens de NPR 1813 aan de volgende eisen voldoen.

  • Het blad is ten minste 120 cm breed en 80 cm diep.
  • De voorzijde van het bureau is recht en minimaal 65 cm breed.
  • De hoogte van het bureau is eenvoudig instelbaar tussen 62 en 85 cm.
  • Er is voldoende ruimte onder de tafel voor de knieën, minimaal 65 cm diep.
  • De voeten onder het bureaublad hebben een vrije diepte van minstens 80 cm.
  • Het tafelblad is aan de voorzijde niet dikker dan 5 cm.

klachten ­voorkomen

Voor vaste bureaus gelden andere standaarden. Deze hebben een minimale lengte van 73 cm en een maximale hoogte van 77 cm. Een te laag bureau kunt u met hulpmiddelen verhogen, bij een te hoog bureau biedt een voetensteun uitkomst.

4.2.2 Bureaustoel

vlakke zitting

rugleuning

armsteunen

dynamischer en gezonder

Met een ergonomisch en juist afgestelde stoel zijn klachten aan rug, armen en handen te voorkomen. De werknemer moet zelf eenvoudig de hoogte, rugleuning, armsteunen en diepte van de zitting kunnen instellen. De stoel moet volgens NPR 1813:

  • minimaal tussen 41 en 55 cm in hoogte verstelbaar zijn;
  • een vlakke zitting hebben van minimaal 40 cm breed en 44 cm diep, waarbij de zitdiepte verstelbaar is van 38 cm tot 48 cm;
  • een zitting hebben met een verstelbare hellingshoek van -7 tot 3 graden die kan worden vastgezet op een hoek van -3 graden;
  • een rugleuning hebben van ten minste 37 cm hoog en minimaal 36 en maximaal 46 cm breed;
  • in hoogte verstelbare armsteunen hebben, die zich tussen 20 en 30 cm hoogte boven de zitting bevinden;
  • een afstand van 20 cm hebben tussen de voorkant van de zitting en de armsteunen;
  • een verstelbare onderlinge afstand van 36 tot 51 cm tussen de armsteunen hebben om de leuningen precies onder de ellebogen te kunnen plaatsen.

Bij de aanschaf is het bewegingsmechanisme een punt van aandacht. Door een bewegingsmechanisme beweegt de stoel met de werknemer mee. Dat maakt het zitten dynamischer en gezonder. Het is handig als het mechanisme vast te zetten is, want sommige werknemers vinden het irritant als de rugleuning naar achteren beweegt.

VHP-keurmerk voor bureaustoelen

geen garantie

te hoge ­werktafel

Fabrikanten en leveranciers kunnen stoelen laten keuren door VHP en de beoordelingen bij hun stoelen vermelden. Het VHP-ergonomiebeoordelingssysteem beoordeelt de stoelen op instelbereik, gebruiksvriendelijkheid, bediening, comfort, veiligheid, duurzaamheid, milieu en design. Hoe hoger de score, hoe beter. De eisen van de VHP voldoen aan de NPR 1813, maar dat is geen garantie dat de stoel bevalt. Een werkgever doet er goed aan om de werknemers een stoel eerst een tijdje te laten testen.

4.2.3 Voetensteun

verlichting

Voetensteunen moeten – evenals een bureau en bureaustoel – aan bepaalde normen voldoen. Een voetensteun kan bijvoorbeeld nodig zijn als er sprake is van een te hoge werktafel (bij een tafel met vaste hoogte). Met de voetenbank kan een werknemer toch een goede instelling van de stoel en een gezonde werkhouding realiseren. Een goede voetensteun heeft volgens NPR 1813:

  • een steunvlak van minimaal 40 cm breed en 30 cm diep;
  • een instelbare hoogte;
  • een instelbare hellingshoek;
  • de mogelijkheid om makkelijk te verstellen of te fixeren.

4.2.4 Beeldschermwerk

verblindings­hinder

Het lijkt logisch, maar werknemers moeten teksten op hun beeldscherm goed kunnen lezen. Voldoende en goede verlichting is dus van belang. In NEN-EN 12464 staat dat de werkvlakverlichting 500 lux moet zijn. Daarnaast is het van belang dat de verlichting geen hinderlijke reflecties in het beeldscherm veroorzaakt. Dit veroorzaakt namelijk vermoeidheid.

Laat zonlicht niet hinderen

Ook mag bij beeldschermwerk geen verblindingshinder optreden. Werkgevers moeten hun werknemers adviseren om het beeldscherm niet voor een raam te zetten; zo staren zij niet tegen de zon in. Het bureau draaien en het scherm 180 graden draaien is ook geen optie, dan kan de zon in het scherm schijnen en de werknemer verblinden. Een hoek van 90 graden ten opzichte van het raam is wel een optie; zonnewering of een gordijn is daarbij noodzakelijk.

laptop

TNO heeft de checklist ‘Beter achter je schermen’ ontwikkeld om werkgevers en werknemers te ondersteunen bij de inrichting van de werkplek. U vindt deze checklist op https://fysiekebelasting.tno.nl/nl/instrumenten/beeldschermwerk-beoordelen/.

4.2.5 Toetsenbord

onnodige druk

Juist gebruik van een (passend) toetsenbord voorkomt veel KANS-klachten. Als een thuiswerker een laptop van het werk gebruikt, doet hij er goed aan om een los toetsenbord en een losse muis (zie paragraaf 4.2.6) te gebruiken. Ook een laptopstandaard is verstandig.

Een goed toetsenbord is zo dun mogelijk, in het midden in ieder geval niet dikker dan 4 cm. De pootjes uitklappen zorgt voor onnodige druk op de polsgewrichten. Polsen worden minder belast als ze in een neutrale en ontspannen stand staan in plaats van in een opwaartse hoek.

polsklachten

Een toetsenbord moet stabiel zijn, zodat vingers, handen en polsen weinig druk hoeven uit te oefenen. Daarom is het handig als de onderkant stroef is.

4.2.6 Muis

aandachtspunten

dubbelklikken

goed ­gebruiken

Veel werknemers brengen een groot deel van hun werkdag door achter een beeldscherm en gebruiken de muis veel. Het gebruik van de muis kan bijdragen aan KANS; verkeerd gebruik kan namelijk polsklachten veroorzaken. Dit komt doordat werknemers bij muiswerk – net als bij werken met het toetsenbord – de schouder statisch houden. De spierspanning die zo in de schouder ontstaat, is het kernprobleem van het ontstaan van KANS. Er zijn een aantal aandachtspunten voor de aanschaf en het gebruik van ergonomische muizen.

  • De muis moet altijd dunner zijn dan 4 cm. De muis mag geen scherpe hoeken hebben.
  • De muis is (bijna) symmetrisch en neutraal van vorm.
  • De muissnelheid is niet te snel of te langzaam ingesteld.
  • De kabel tussen muis en computer is lang genoeg of de muis is draadloos.
  • Stel het dubbelklikken niet te snel in.
  • Stel de diverse muisknoppen niet te licht in, zodat de vingers op de knoppen kunnen rusten.

onnatuurlijk

software

Het is mooi als de werkgever een ergonomisch verantwoorde muis aanbiedt, maar werknemers moeten deze wel goed gebruiken. Hierbij wat tips:

  • Bedien de muis vanuit de arm en niet vanuit de pols.
  • Gebruik de muis zo dicht mogelijk bij het toetsenbord, met name als u een breed toetsenbord gebruikt.
  • Laat de muis voor in de hand liggen.
  • Gebruik de muis afwisselend links en rechts. Dit kan in het begin onnatuurlijk aanvoelen, maar het om en om gebruiken went snel.
  • Ondersteun de arm die de muis gebruikt (door een arm op tafel te laten rusten of door de elleboog op de elleboogsteun van de stoel te plaatsen).
  • Maak gebruik van software waardoor de muiscursor naar de meest logische plaats springt.
  • Meer sneltoetsen gebruiken betekent minder muizen. Druk de sneltoetsen af op een papiertje en houd dit onder werktijd bij de hand.

Alternatieven voor de oude, vertrouwde muis

ondersteunen

Andere opties voor muisgebruik zijn bijvoorbeeld een stuurknuppel, rolbal, penmuis, joystick, touchpad of spraakinvoer. Voor alle middelen geldt dat zij de beeldschermwerker niet in een ongunstige houding mogen dwingen. Belangrijk hierbij is dat de gebruiker zijn onderarm goed ondersteunt en het bedieningsmiddel in een ontspannen lichaamshouding goed kan bereiken.