9.2 Subsidieregeling praktijkleren
begeleiding
Biedt je organisatie aan een scholier of student een praktijk-werkleerplaats aan, dan maakt je werkgever mogelijk aanspraak op de subsidie praktijkleren. Dit is een tegemoetkoming voor de kosten die je organisatie maakt voor de begeleiding van deze scholier of student. In 2025 loopt het aanvraagtijdvak van de subsidie praktijkleren van 2 juni (9.00 uur) tot en met 17 september (17.00 uur).
9.2.1 Budget
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt jaarlijks een bedrag ter beschikking voor de subsidieregeling praktijkleren. Er zijn aparte budgetten voor de volgende onderwijscategorieën:
- vmbo, voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro);
- mbo;
- hbo;
- promovendi/toio’s.
eerlijk verdeeld
Per praktijk- of leerwerkplek kan je organisatie maximaal € 2.700 subsidie ontvangen. Als er voor een onderwijscategorie meer aanvragen zijn ingediend dan er budget is, wordt het budget eerlijk verdeeld. De maximale subsidie wordt dan voor iedereen in die categorie lager.
9.2.2 Aanvraag
voorwaarde
De aanvraag voor de subsidie praktijkleren doe je bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Je kunt de aanvraag pas indienen nadat de begeleiding afgelopen is. Voor elke onderwijscategorie gelden verschillende voorwaarden om voor de subsidie in aanmerking te komen. Deze voorwaarden vind je op de website van de RVO.
Subsidie alleen voor erkend leerbedrijf
Om in aanmerking te komen voor de subsidie praktijkleren geldt voor de begeleiding van scholieren en studenten uit het vmbo, vso, pro en mbo dat je organisatie een erkend leerbedrijf moet zijn. Je werkgever vraagt deze erkenning aan bij de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).
9.2.3 Administratie
bewaren
documentatie
steekproef
De RVO verwacht dat je organisatie tijdens de begeleiding van een leerling of student een goede administratie bijhoudt. Die moet je bewaren tot vijf jaar na het studiejaar waarvoor de subsidie praktijkleren is aangevraagd en je moet hem op verzoek aan de RVO kunnen verstrekken voor controle. Je moet de volgende documentatie kunnen overleggen:
- een (praktijkleer)overeenkomst die door alle partijen is getekend;
- een aanwezigheidsregistratie van de student bij de beroepspraktijkvorming op dag- of weekbasis. Dit kan bijvoorbeeld een uitdraai van een tijdschrijfsysteem of een presentielijst zijn, maar je kunt hiervoor ook gebruikmaken van een format dat de de RVO biedt.
- een administratie waaruit blijkt dat de begeleiding heeft plaatsgevonden (de voortgang van de beroepsvorming) en de wijze waarop het deel van de leerdoelen/kwaliteiten/kwalificaties met betrekking tot de beroepsvorming is behaald. Dit kunnen bijvoorbeeld tussentijdse gespreks-, beoordelings- en evaluatieverslagen zijn.
terugvorderen
De RVO doet na het verstrekken van de subsidie steekproeven om te controleren of de vereiste administratie aanwezig is. Als je organisatie voor een deelnemer niet de gevraagde administratie kan overleggen of blijkt dat er op een andere manier niet aan de voorwaarden is voldaan, zal de RVO de onterecht uitgekeerde subsidie terugvorderen.
Je mag de subsidie alleen aanvragen voor de weken waarin je organisatie daadwerkelijk begeleiding heeft gegeven. Als er door ziekte of verlof in bepaalde weken geen begeleiding heeft plaatsgevonden, mag je deze uren niet meenemen in de aanvraag.