7.5 Het opstellen van een actieplan
wie wat wanneer
Het is nu zaak de gekozen acties uit te werken in een concreet actieplan voor de onderneming. In het actieplan maak je duidelijk wie wat wanneer doet. Je kunt het plan zelf schrijven, maar je kunt ook ‘eigenaren’ aanwijzen die het plan verder uitwerken.
De uitwerking kan in een Word-document, maar denk ook eens aan een andere vorm. PowerPoint dwingt tot kernachtig opschrijven en Excel biedt veel structuur.
7.5.1 Onderdelen
kleinere stapjes
realistische periode
De volgende onderdelen werk je uit in het actieplan:
- Wat: benoem in het actieplan zo concreet mogelijk de te nemen stappen. Breek de actie op in kleinere stapjes. Welke eerste stap moet je zetten om de actie in gang te zetten? Besteed vooral aandacht aan die eerste stappen. Dit onderdeel werk je gedurende de uitvoering steeds verder bij.
- Wie: wie voert de actie uit en wie is de eigenaar? Koppel dit aan een functie of rol en niet aan een persoon. Zo blijft het duidelijk wie verantwoordelijk is voor de acties, ook als de persoon uit dienst gaat of een nieuwe functie krijgt.
- Wanneer: benoem een realistische periode en bepaal een einddatum.
- Doelgroep: op wie is de actie gericht, wie krijgen met de actie te maken? Wat is hun voordeel bij de actie?
- Risico’s en belemmeringen: beperk je tot realistische risico’s, hoe klein ook! Denk na hoe je deze kunt tackelen en beschrijf dit bij de kleine stapjes die je bij ‘wat’ opneemt.
- Kansen: welke kansen biedt de actie? Is er een verbinding te leggen met andere acties en plannen?
- Investering en benodigde bronnen: maak een inschatting van de benodigde tijdsinvestering en eventueel het benodigde budget. Beschrijf ook welke bronnen nodig zijn voor het realiseren van de actie, zoals het inschakelen van een externe adviseur.
- Resultaat: beschrijf wat de actie oplevert en betrek hierbij het speerpunt. Als de actie is uitgevoerd, is dan de situatie bereikt die het speerpunt omschrijft? Probeer ook tussenresultaten op te nemen, zodat je tussentijds kunt monitoren of je op de goede weg zit.
7.5.2 Niveaus voor acties
maatwerk
De acties die je opstelt kunnen gericht zijn op individueel niveau, afdelingsniveau of organisatieniveau:
- Individueel niveau: de acties op individueel niveau zijn maatwerk. Acties op dit niveau zet je in naar aanleiding van de vlootschouw (zie paragraaf 7.1.3) als blijkt dat er slechts enkele individuen in een bepaalde categorie vallen. Het volstaat dan om maatwerk te bieden.
- Afdelingsniveau: acties op afdelingsniveau stel je op als er een afdelingsspecifiek knelpunt is. Bijvoorbeeld als er groei of grote uitstroom wordt verwacht op een afdeling.
- Organisatieniveau: op organisatieniveau formuleer je acties die een afdelingoverstijgend knelpunt oplossen. Denk aan het verbeteren van het werkgeversimago.
Het is belangrijk dat eventuele oplossingen en acties elkaar niet tegenwerken (horizontale integratie). Daarnaast moet de inzet van de oplossingen en instrumenten een bijdrage leveren aan het realiseren van de strategie: de verticale integratie.