3.2 Wettelijke bepalingen
gelijkwaardigheid
De WOR bevat met name in artikel 23a een aantal bepalingen die de gelijkwaardigheid van de overlegpartners nog eens goed benadrukken:
- Bestuurder en voorzitter van de OR zitten om beurten de vergadering voor, tenzij ze anders afspreken.
- De secretaris van de OR is tevens de secretaris van het overleg, tenzij anders afgesproken.
- Bij de secretaris van het overleg kan zowel de bestuurder als de OR agendapunten aanmelden.
- Het verslag van het overleg moet goedkeuring krijgen van OR én bestuurder.
- OR en bestuurder spreken samen af op welke manier ze vergaderen en wanneer en hoe ze de agenda en het verslag intern bekendmaken.
Geen hiërarchische verhouding overlegpartners
Er is geen sprake van een hiërarchische verhouding tussen de overlegpartners. Stelt u zich de organisatie voor als een piramide. De directeur of voorzitter van de raad van bestuur is degene met de hoogste dagelijkse verantwoordelijkheid en bevindt zich dus bovenin. OR-leden hebben – in hun functie als werknemer – een plekje ergens onder de raad van bestuur. Deze verhouding verandert echter op het moment dat u als OR of PVT opereert. U stapt uit uw gewone rol van werknemer en begeeft u samen met de overige leden naar een positie naast de directeur. Ook de directeur krijgt een andere rol die tot uitdrukking komt in de naam: bestuurder. U valt niet langer onder zijn zeggenschap, maar onder die van de WOR. Die u overigens tot overleg dwingt.