2.3 Recht op het indienen van een voorstel
tussentijds
schriftelijk
Op grond van het initiatiefrecht mag de OR een initiatiefvoorstel ook tussentijds, dus buiten de overlegvergaderingen om, schriftelijk aan de bestuurder voorleggen (artikel 23, lid 3 WOR). Dit voorstel moet voorzien zijn van een toelichting en wordt schriftelijk aan de bestuurder voorgelegd. De bestuurder is verplicht om over het voorstel ten minste één keer te overleggen met de OR in een overlegvergadering. Na dit overleg moet de bestuurder zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd aan de OR laten weten of en in hoeverre hij het voorstel overneemt.
Betrekken
voordelen
Voor de OR is het belangrijk om goed voorbereid te zijn bij het indienen van een voorstel. Dit betekent dat het voorstel duidelijk en goed onderbouwd moet zijn, met aandacht voor de voordelen voor zowel de werknemers als de organisatie. Het is ook verstandig om de bestuurder tijdig te betrekken bij het proces, bijvoorbeeld door het onderwerp al tijdens een eerder overleg, zoals het artikel-24-overleg, aan te kaarten.
Tegenvoorstel
alternatief
Het initiatiefvoorstel van de OR kan ook tot stand komen naar aanleiding van een advies- of instemmingsvraag van de bestuurder. De OR heeft dan een plan ontvangen waarvan de OR bijvoorbeeld de uitgangspunten goed vindt, maar de aanpak niet. De OR kan dan op basis van het initiatiefrecht een alternatief voorstel (ofwel: een tegenvoorstel) doen. Ook dit tegenvoorstel zal de OR natuurlijk goed moeten beargumenteren.
| In de OV-vergadering | Buiten de OV-vergadering |
| Mondeling | Schriftelijk en bespreken in minimaal één OV |
| Geen schriftelijke motivatie nodig | Schriftelijk gemotiveerd door OR |
| Bestuurder hoeft niet schriftelijk en met reden te reageren op voorstel | Bestuurder reageert schriftelijk en met een onderbouwing op voorstel |
Figuur 1 Initiatiefvoorstel van de OR in en buiten de OV
2.3.1 De OR mag alle informatie opvragen
gegevens
De OR heeft het recht om alle informatie die nodig is voor de bespreking van het initiatiefvoorstel bij de bestuurder op te vragen. Ook kan de OR na afloop van het overleg om nadere inlichtingen en gegevens vragen. Zolang het gaat om informatie die de OR ‘redelijkerwijs nodig heeft voor het OR-werk’ is de bestuurder verplicht om deze gegevens (schriftelijk) te verstrekken (artikel 31, lid 1 WOR).
De bestuurder is verplicht om de OR onder meer informatie te verstrekken over het financieel-economische beleid (artikel 31a WOR) en sociale beleid (artikel 31b WOR). Heeft de OR meer informatie nodig? Dan moet hij deze gegevens ook verstrekken als de OR hierom vraagt.
Verzoek
Bij een verzoek om informatie moet de OR aangeven voor welke aangelegenheid de gegevens nodig zijn. Stel: de OR neemt een initiatief over een duurzamer productieproces, dan heeft de OR het recht om naar de huidige milieuplannen te vragen.
2.3.2 De OR mag een expert inschakelen
advies
De OR heeft het recht om deskundigen te raadplegen (artikel 16 WOR). De OR mag externe experts inschakelen voor advies over allerlei onderwerpen, zoals arbeidsomstandigheden, reorganisaties of financiële kwesties. Dit helpt de OR om goed geïnformeerde beslissingen te nemen.
Specifiek
kennis
Dit geldt ook voor expertise die nodig is om een goed initiatiefvoorstel te schrijven. De OR kan namelijk niet zelf over alle specifieke kennis beschikken. De expertise kan komen uit de organisatie zelf, maar ook van externe partijen, zoals een juridisch bureau of een adviesbureau specifiek voor ondernemingsraden.
De kosten voor het inschakelen van een deskundige worden doorgaans door de werkgever vergoed. De OR moet dit dan tijdig melden bij de bestuurder en de noodzaak van het inzetten van een deskundige onderbouwen.